kerkuilbroedsels in Nederland van 1986-2000 2500 2000 1500 1000 500 0 Grafiek 4. Aantal kerkuilbroedsels per jaar in Nederland. Buteo bateode torenvalk Falco tinnunculus). de steenuil (Athene noctuade velduil (Asio flammeus) of braakballen waarvan de predator niet vastgesteld kon worden. Deze maken gezamenlijk echter minder dan 1% uit van het totaal aantal geplozen prooidieren. Overige vondsten en waarnemingen De overige vondsten - onder meer van verkeersslachtoffers en zichtwaamemin- gen - staan vermeld in de kolom 'Presentie in kilometerhokken' (zie tabel 2). Ook de vangsten door muskusrattenvangers in het Zuid-Hollandse deel van de delta en de vangsten door Bergers en Bussink zijn in deze kolom opgenomen.10 Van deze vangsten is alleen de aanwezigheid in kilometerhokken bekend; het aantal vangsten is niet bekend. Verkeersslachtoffers, zoals deze zijn beschreven door Smit e.a. (1998) zonder kilometerhokaanduiding, en de verkregen informa tie van M.C. Geuze, hoofd Muskusratbestrijding van de Zeeuwse Eilanden, is in algemene bewoordingen toegevoegd bij de gegevens over de betreffende soort. Soortbespreking Hieronder volgt een beknopt overzicht van de verspreiding per soort in de pe riode 1986-2000 en de mate van voorkomen. In de verklarende tekst van de ver- spreidingskaarten staat per soort het aantal vangsten aangegeven, evenals het percentage op hel totaal aantal valvangsten. Ook slaat het aantal prooidieren dat in braakballen gevonden is, weergegeven met tussen haakjes het percentage op het totaal aantal prooidieren dat is gevonden in alle onderzochte braakballen. Het 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2001 | | pagina 167