zienlijk minder veldmuizen op. Dit is echter geen aanwijzing dat de veldmuis
minder talrijk zou zijn dan andere muizensoorten; veldmuizen zijn minder
nieuwsgierig en minder snel geneigd een val in te lopen dan bijvoorbeeld de
rosse woelmuis of de bosmuis. Bovendien is vallenonderzoek vaak gericht op
bijzondere soorten, zoals de noordse woelmuis, en deze worden daardoor vaak in
biotopen geplaatst waar veldmuizen niet of nauwelijks voorkomen.
De veldmuis is op alle Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden zowel gevangen
als in braakballen aangetroffen. Het binnendringen op Noord-Bevel and is uitge
breid beschreven (onder meer Noort en Van der Hoeven 1970; Poelen 1974). Op
Tiengemeten en de recent ontstane eilandjes in de Grevelingen, het Krammer-
Volkerak en het Veerse Meer werd de soort niet aangetroffen. Dit was wel het ge
val op Neeltje Jans en de Rotteplaat (eilandjes in de Oosterschelde). In het bui
tendijkse gebied van het Eiland van Dordrecht is de veldmuis veel schaarser dan
de aardmuis en de rosse woelmuis.
Noordse woelmuis Microlus oeconomus (Pallas, 1776)
De noordse woelmuis staat veel in de belangstelling. Dit komt doordat deze als
enige muizensoort is opgenomen in de EG-Habitatrichtlijn (als enige prioritaire
soort). De ondersoort M.o. arenicola (afb. 10) is endemisch voor Nederland, wat
betekent dat deze ondersoort nergens anders in de wereld voorkomt.
De noordse woelmuis komt voor in moerassige gebieden. Hierdoor is de ver
spreiding van deze muis beperkt tot vochtige en natte rietstroken langs kreken of
kreekrestanten, inlagen, buitendijkse gebieden, boezemlanden, eilandjes en dras
sige weilanden.
Sinds het wegvallen van de getijden in de voormalige zeearmen is de soort
hier in areaal achteruitgegaan. Wel heeft zij zich kunnen uitbreiden door de
nieuw ontstane eilandjes in de Grevelingen te koloniseren (Slim 1985). Zij is ge
voelig voor intensieve begrazing. Buiten moerassige gebieden treedt concurren
tie op met andere woelmuizen, als de veldmuis en de aardmuis. Na verloop van
tijd verdwijnt de noordse woelmuis dan. Dit is onder meer vastgesteld op Noord-
Beveland (onder andere Ligtvoet 1985).
Het centrum van de verspreiding ligt in het noordelijke deel van de delta en op
Schouwen-Duiveland (kaart 17). De verspreiding van de noordse woelmuis in de
delta is tamelijk goed bekend, doordat er veel veldonderzoek naar deze soort
heeft plaatsgevonden (Hollander 1991; Vonck 1990a, b; Mostert 1989, 1991,
1995, 1996). Hierdoor zijn ook relatief veel vangsten van deze muis gedaan in
vergelijking met die van andere muizensoorten (7.4%). Bergers e.a. (1998a) heb
ben de habitatkwaliteit van de noordse woelmuis beschreven; daarnaast gaven
Bergers e.a. (1998b) richtlijnen voor het beheer van het leefgebied van deze
muis.
Het gemiddelde percentage van de soort in braakballen is relatief laag, name
lijk nog geen 3%.lf' Op Voorne-Putten komt de soort voor op het Groene Strand
bij het Oostvoornse Meer en in de Holle Mare, Welvliet en op de Beningerslik-
ken (Mostert 1985a). Langs de Oude Maas komt de soort voor in Klein Profijt en
mogelijk in de omgeving van de Beerenplaat. In de Hoekse Waard is haar voor
komen beperkt tot de Korendijkse Slikken, het Groote Gat en de Esscheplaat. Op
het Eiland van Dordrecht leven populaties in de Dordlse en Sliedrechtse Bies-
170