7 Afb. 11. Klimmende dwergmuis: de staartpunt wordt om de grasstengel geslagen als een 'vijfde hand'. Bosmuis Apodemus sylvaticus (L.. 1758) De bosmuis komt voor op alle Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden. Dit geldt ook voor Tiengemeten en enkele eilandjes in de Oosterschelde (Neeltje Jans en Roggeplaat) en op bijna alle eilandjes in het Veerse Meer. De soort leeft in zeer uiteenlopende biotopen en is uitstekend in staat zich te verplaatsen (afb. 12). De verspreiding op kaart 19 laat duidelijk zien waar onderzoek met inloopval- len in de delta heeft plaatsgevonden, aangezien de bosmuis zich zeer makkelijk laat vangen en vrijwel overal voorkomt. De bosmuis is dan ook verreweg de meest gevangen soort: 36% van het totaal aantal vangsten heeft betrekking op deze muis. Het percentage in braakballen is aanzienlijk minder hoog (14%), het geen duidelijk maakt dat de bosmuis minder talrijk is dan de veldmuis. Bruine rat Rattus norvegicus (Berkenhout. 1769) De bruine rat is in de delta zeer algemeen en komt veelvuldig voor, maar is moeilijk aan te tonen door middel van onderzoek met braakballen en inloopval- len (kaart 20). Bovendien komt de bruine rat, net als de huismuis, veel in be bouwd gebied voor. Verschillende uilensoorten eten met enige regelmaat jonge bruine ratten (afb. 13). Hierdoor is het voorkomen van de soort op vrijwel alle eilanden aangetoond met behulp van braakbalonderzoek. Overigens is het zeer moeilijk op basis van schedels in braakballen jonge bruine ratten met zekerheid van zwarte ratten te onderscheiden. Gezien de zeldzaamheid van laatstgenoemde soort gaan wij ervan uit dat nagenoeg alle meldingen betrekking hebben op de bruine rat. Deze wordt 173

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2001 | | pagina 183