Afb.4. Johannes Boreel en Adriacm Veth. za, kzgw, Zel. 111. iv-256 en 901.
Isaac van Hoornbeeck, eerst conrector en later rector van de Latijnse
school, getypeerd als 'een geestig en kundig man' 1673j
e de latere raadpensionaris Adriaan Veth (1608-1663), door de Zeeuwse his
torieschrijver Boxhorn bestempeld als 'een sierraad van Zeeland en der ge
leerdheid". een man door De Mey zelf getypeerd als 'uitblinkende door
zeldzaame gaven en een buitengemeene geleerdheid" [16541;
de 'seer vermaerde heelmeester' Cornelis van de Voorde (1628-1678),
twintig jaar lector aan de stadsanatomiekamer en bekend door diverse,
veelal praktisch ingestelde chirurgische handboeken [1673]
Johannes Honingh, een 'vriend en beschermer van wetenschap en kunst' -
hij schonk onder andere een collectie boeken aan de Franeker Academie en
bezocht in 1650 Christiaan Huygens te Genève [1675]. In diens Album
Amicorum, bewaard gebleven in de Koninklijke Bibliotheek, schreef De
Mey een vererende opdracht, die hun nauwe vriendschapsband bevestigt.us
Ook onder de intimi die gedichten op De Mey hebben gemaakt, treffen we men
sen aan die tot zijn netwerk moeten hebben behoord. Zoals ds. Jacob Baselius,
die een 'door en door geleerd man' wordt genoemd, of Johannes de Brune. pen
sionaris van de Zeeuwse Staten en gevierd auteur van diverse literaire werken."''
Maar ook komt via deze lofdichten Arend Roggeveen in beeld, 'gauseerder der
wijnen', rederijker en mathematicus, een man die de vermaarde komeet van 1665
observeerde en volgens een cartesiaans verklaringsmodel beschreef.12" Dat laatste
deed Roggeveen samen met Joost van Breen, een collega-mathematicus, wiens
technische uitvindingen zich in een bijzondere belangstelling van De Mey kon
den verheugen.121
Kortom, ook in De Meys tijd (ruwweg de periode 1650-1680) blijken er in
Middelburg mensen te leven met een wetenschappelijk habitus. Mensen die blij-
25