De onregelmatige vorm van het complex, dat welgeteld uit zes aparte bouwde len bestaat, wijst erop hel gebouw in meerdere fasen lot stand kwam. De kern gaat mogelijk terug lot de tijd van de stadsvergroting in de tweede helft van de dertiende eeuw. Dit oudste, ongetwijfeld veel kleinere huis, kan gaandeweg zijn uitgebreid tot hel vrij ingewikkelde complex dat bij Goliath staat aangegeven. In de huidige toestand is vooral in het achtergedeelte van het gebouw, dat nog is voorzien van in steen overwelfde kelders, veel bewaard gebleven van het oude huis. Tol 1888 was de laatmiddeleeuwse verschijningsvorm van dit bouwdeel waarschijnlijk nog aan de buitenzijde afleesbaar. Bij de verbouwing tot museum werd de achtergevel vernieuwd en werd de lagere kamer aan de oostzijde met een verdieping verhoogd en onder een kap gebracht met de rest van de achter vleugel. Restauratiewerkzaamheden in 1998 brachten aan het licht dat het groot ste deel van het metselwerk en van de balklaag van de verdieping nog behoren tot het oude huis. De achtervleugel bezit een eiken balklaag van moer- en kinder binten. Het hout voor deze balklaag kon, dankzij de medewerking van de Rijks dienst voor de Monumentenzorg, dcndrochronologisch worden gedateerd. Hel hout werd gekapt tussen 1565 en 1578. Het is dus mogelijk dat de achtervleugel nog gebouwd werd voor de oude rentmeester Tuyl van Serooskerke." In de drie grote achterkamers zijn boven de huidige, achttiende-eeuwse stucplafonds de restanten bewaard gebleven van een tweetal oudere fasen van plafondafwerking. In de oudste toestand was de eiken balklaag beplakt met papierbehang op een wijze die in de Zuidelijke Nederlanden aan het eind van de zestiende eeuw ge bruikelijk was, maar die in ons land lot op heden zelden is aangetroffen: het be hangsel was in vrij kleine vellen om de balkjes heengeplakt.-" Deze vellen waren in houtsnedetechniek bedrukt met kleine bloemetjes die vervolgens met de hand rood waren ingekleurd. In de loop van de zeventiende eeuw werd dit behangsel verwijderd en vervangen door een plafondafwerking van leemstuc die recht streeks legen de kinderbalkjes werd aangebracht. Van het papierbehang waren in 1998 slechts nog snippers terug te vinden. Het patroon was afleesbaar doordal dit in negatief zichtbaar was aan de binnenzijde van hel leemstuc. Aangezien de eer ste drie bewoners van het huis na 1576 - achtereenvolgens Arcnl van Dorp uil Mechelen, Pieter de Rijcke uit Gent en Lieven de Meulenaere uil Gent - afkom stig waren uil de Zuidelijke Nederlanden, is een datering voor het papierbehang niet met zekerheid te geven. Het feit dat op de balken zelf géén beschildering is aangetroffen, lijkt ervoor te pleiten dal het behang reeds kort na de bouw werd aangebracht. Bijna alle oude balklagen die in Middelburgse huizen zijn aange troffen, tonen immers een decoratieve beschildering met behulp van sjablonen. Ook de noord-zuid lopende middenvleugel van het huidige gebouw beval nog restanten van het huis dat door Goliath in het midden van de zeventiende eeuw zo zorgvuldig werd opgetekend. De indeling is weliswaar in de achttiende eeuw geheel gewijzigd, maar aan de buitenzijde is te zien dal het muurwerk voor een deel nog bestaat uit oud metselwerk. Links van het huidige, uitgebouwde trap penhuis op de westelijke binnenplaats is de moet afleesbaar van de aangebouwde kamer aan deze zijde, die in de negentiende eeuw werd verwijderd. Ook dit hoog opgaande muurwerk dateert dus in ieder geval van vóór 1654 en behoort in aan leg niet tot de achttiende-eeuwse delen van hel complex. 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2001 | | pagina 59