Verbouwing en bewoning in de achttiende eeuw Bewoners Voor de eerste helft van de achttiende eeuw beschikken we voor aanwijzingen betreffende eigendom en bewoning van de huizen te Middelburg alleen over ko hieren van het dienstboden- en familiegeld. Deze secundaire bronnen zijn voor de Wagenaarstraat nog moeilijker te hanteren, omdat het gedeelte tussen de Sint Pieterskerk en de Bree nu eens tot de ene wijk. dan weer tol de andere wordt ge rekend.'0 Het kohier van familiegeld uit 1702 geeft als eigenaar van Wagenaar straat 1 nog de bovengenoemde Aernout Tielenus of Thilenus. Deze was in 1702 als bewoner waarschijnlijk al vertrokken, nadat hij in 1699 in Rotterdam ten tweede male in het huwelijk was getreden. Hel huis ging daarna in de verhuur en werd rond 1710 betrokken door mr. Caspar van Citters, die in 1718 door aankoop eigenaar werd. Voor het huis betekende deze eigendomswisseling het begin van een geheel nieuwe periode of. zo men wik de aanloop lot een tweede jeugd. De familie Van Citters - aanvankelijk schreef men de naam als Van Ceters - was afkomstig uit Brabant. Ten gevolge van de verovering van Breda in 1585 door Parma week de daar gevestigde Cornel is van Ceters uit naar Middelburg. Hij werd daar de stamvader van het vooraanstaande regentengeslacht Van Cit ters, dat in de tijd van de Republiek vele belangrijke functies vervulde, zowel op stedelijk en provinciaal als op landelijk niveau." We zien de opkomst van het ge slacht weerspiegeld in de huwelijken van Cornelis' zoon Arnoud (1561-1634). Nadat de eerste twee echtgenoten jong gestorven waren, huwde hij Anna van der Hooghe, die uil een invloedrijke familie stamde, en na haar overlijden in 1627 met Anna van der Slringe, dochter van de ontvanger-generaal van Zeeland Johan van der Stringe. Zijn zoon Arnoud, geboren uit het laatste huwelijk, doorliep een schitterende carrière. Na zijn promotie te Leiden in 1655 werd hij in 1667 lid van de Raad van Vlaanderen, in 1671 secretaris van Middelburg, in 1674 raadsheer in het Hof van Holland en Zeeland en in 1680 lid van de Hooge Raad van Hol land en Zeeland. Deze Arnoud van Citters had uit zijn huwelijken met Christina de Brauw en Josina Parduyn elf kinderen. Een daarvan was de Caspar van Cit ters, die rond 1710 zijn intrek nam in Wagenaarstraat 1. Zijn carrière was verge lijkbaar met die van zijn vader. Hij werd in 1694 als student aan de universiteit van Leiden ingeschreven en promoveerde in 1699 aan de universiteit van Or leans. Blijkens het kohier van dienstboden, karos- en paardengeld van 1702 woonde hij aanvankelijk in het ouderlijk huis in de Lange Delft. In 1702 huwde hij met Magdalena Verheye, dochter van de Zeeuwse raadpensionaris Jacob Vcr- heye. Hij was toen zijn ambtelijke loopbaan al begonnen met een benoeming tol lid van de Raad van Vlaanderen in 1700. In 1704 werd hij secretaris van Middel burg, in 1711 secretaris van de Staten van Zeeland en in 1718 volgde hij zijn schoonvader op als raadpensionaris van Zeeland. Aard en omvang van het huis aan het begin van de achttiende eeuw In 1718 kwam Van Citters' schoonvader Jacob Verheye te overlijden. Weliswaar werd de nalatenschap over dertien kinderen verdeeld, maar met een vermogen van in elk geval circa 750.000 leverde dat nog steeds een aanzienlijk bedrag 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2001 | | pagina 60