kastwand in de rechter voorkamer en het indelen van de voorzolder in een grote
slaapkamer, gang en kleine slaapkamer. Ook hebben zij in de loop van tie tijd in
de verschillende vertrekken papierbehang laten aanbrengen, zoals uit de jaarlal
len van de als ondergrond gebruikte kranten kon worden opgemaakt. De beschil
dering van de kamers in deze periode (de laatste laag onder die van 1888) laat
wit, beige en lichtgrijs zien in vele varianten. In deze tijd moeten ook de smeed
ijzeren balusters in de trap zijn aangebracht. Behalve het grenen lijstwerk van de
lambrisering, dat in een eiken imitatie werd geschilderd, werd de trap van verf
ontdaan.
Charlotte Versluijs kwam in 1882 te overlijden, haar echtgenoot in 1888. De
boedelbeschrijving, opgemaakt na zijn overlijden, vergunt ons nog een blik in
het huis in zijn negentiende-eeuwse bewoning.65 De beschrijving begint volgens
oude traditie met het goud- en zilverwerk. De aantallen doen niet onder voor die
van de achttiende-eeuwse inventarissen: naar de vermelding "oude keur' te oor
delen, was er ook nog veel zilver uit oud familiebezit. Bij de vertrekken aan de
voorzijde van de parterre is niet vast te stellen welke zijde is bedoeld; een van
beide kamers met kabinet diende als ontvangkamer met open haard, dus waar
schijnlijk als wachtkamer of antichambre, de andere als werkvertrek met zitka
mer van de heer des huizes. In het 'cabinet van Mijnheer' stonden een schrijfta
fel, een secretaire, twee stoelen en een ijzeren geldkist, in de voorkamer
daarnaast een compleet zitameublement, waarin nu ook een fauteuil en canapé
hun intrede hadden gedaan. De vloer was voorzien van een tapijt, de verwarming
vond nu plaats door een kachel. In de wandkasten was een uitstalling van ser
viesgoed. In de gang valt ons dc aanwezigheid van twee arresleden op.
De eetzaal in de achtervleugel heette nu 'Middenzaal'. Er hing een kroon 'met
twee lustres', twee rijen lichtarmen. Op de schoorsteen stond een kostbaar pen-
dulestel. De vloer was voorzien van tapijt en karpet. Er stonden twee fauteuils,
stoelen en verder wat kleinere meubelen als speeltafeltjes en een theetafel. De
kamer linksachter (vroeger slaapkamer) had een klein zitameublement. Het ver
trek rechtsachter heel in de inventaris 'de Groote Zaal'. Ook hier vinden we een
dubbele kroon en een tapijt vermeld. De schoorsteen was. in tegenstelling tot die
in de middenzaal, voorzien van een kolenhaard. Het meubilair bestond uit een
ronde tafel met negen stoelen, een buffet en een canapé met twee fauteuils. Op
vallend is de vermelding van een schoorsleenspiegel, die kennelijk vóór het ge
schilderde schouwstuk was geplaatst. Naar oude traditie waren er ook penant
spiegels, verder wat kleinere voorwerpen.
De kamers op de etage worden onderscheiden in de 'boven voor-kamers' en
slaapkamers. In eerstgenoemde worden geen ledikanten vermeld, wel wastafels.
De slaapkamers hadden een uitgebreide inrichting. Ook de kleinere kamer in het
midden was als slaapkamer ingericht. Ten slotte wordt nog de achterzolder met
onder meer zestien familieportretten vermeld.
Museum van hel Zeeuwsch Genootschap der Weienschappen 1888-1972
Zoals vermeld overleed Pieter Damas van Citters in 1888. Van de negen kinderen
woonde alleen Pieter Damas junior in Middelburg; hij was commies bij de pro
vinciale griffie. Kennelijk had hij geen behoefte het grote huis te gaan bewonen,
want bij de verdeling van de nalatenschap werd dit toebedeeld aan de twee kin-
65