Afb.12. De Sleenen Kamer' in liei museum van het Zeeuws Genootschap, 1894. za.
KZGW, Zei.III. it-687-7.
van oud- en zeldzaamheden, natuurlijke historie, munten en penningen, minera
len, prenten en tekeningen. Verder was er de 'oude steenen' kamer, waarin fossie
len een plaats vonden naast Nehalenniabeelden. en de inmiddels geheel Zeeland
bestrijkende 'Ouderwetsche kamer'. De inrichting tot museum bracht een aantal
bouwkundige ingrepen met zich mee, die het gebouw voorgoed zouden wijzigen.
Zonder enig probleem sloopte men de scheidingsmuren tussen de kamers en ka
binetten aan de rechterzijde met de bijbehorende stucplafonds en schouwen, zo-
dal hier echt negentiende-eeuwse 'lokalen' ontstonden. Bij de kamer aan de an
dere zijde bleef de schade beperkt tot hel wegnemen van de deuren lussen kamer
en kabinet en het maken van een doorgang aan de andere zijde van de schoor
steen. De binnenplaats werd overdekt, waarmee een karakteristiek element van
de plattegrond verdween en de herinnering aan dc dwarsgang geheel verloren
ging. In de middenkamer en de kamer linksachter werden tuindeuren aange
bracht in twee ramen. De achtervleugel, die vroeger slechts gedeeltelijk van een
verdieping was voorzien, werd uitgebreid met een volledige tweede bouwlaag,
welke modernisering zich in het metselwerk van de achtergevel nog duidelijk af
tekent. Van deze vernieuwde etage werd de kamer rechtsachter bestemd voor de
'Ouderwetsche kamer'. Deze kreeg daartoe een namaak-zeventiende-eeuws bal-
kenplafond. De zeventiende-ecuwse schouw met betimmering, die in 1880 uit
een huis aan de Pottenmarkl was verworven, werd in de inrichting opgenomen,
evenals twee zeventiende-eeuwse deuren en een raampje/'" Het Genootschap be
zat ook een omvangrijke boekerij, die sinds de oprichting door aankoop en
67