een afdoende financiering. Daarop kwam men in contact met de sinds 1918
werkzame Vereniging Hcndrick de Keyser, die door een schenking van hel Prins
Bernhard Fonds in staat werd gesteld het gebouw aan te kopen. De Gerefor
meerde Kerk kocht het bibliotheekgebouw voor verenigingsdoeleinden. Het Ge
nootschap behield de houten gevel en de betimmeringen van de 'Ouderwetsche
kamer' als onderdeel van de historische verzamelingen.
In bezit vein cle Vereniging Hendrick de Keyser
Een van de eerste noodzakelijke stappen na de verwerving was een algehele res
tauratie. Sinds de Tweede Wereldoorlog was er al matig onderhoud verricht en
met het vooruitzicht van verkoop de laatste jaren in het geheel niet meer. Hel
werd een consoliderende restauratie, waarbij nauwelijks wijzigingen werden aan
gebracht. Bij de afwerking lot kantoorruimten zijn alle historische elementen ge
respecteerd, ook de ingrepen uit 1888. Huurder werd het sledebouwkundig ad
viesbureau Stad en Landschap. Door de teruggang in de conjunctuur en
vermindering van overheidsmiddelen in de jaren tachtig moest dit bureau echter
inkrimpen en werd het pand in de Wagen aarstraat een te royale behuizing. Het
bureau vertrok in 1986 naar een ander kantoor, zodat het pand leeg kwam te
slaan. Eerst in 1988 werd een nieuwe beslemming gevonden. De notariskantoren
van mr. L.A.J. Janse dc Jonge en mr. W. van Wouwe besloten te fuseren en kwa
men met de vereniging tot een gebruiksovereenkomst van het pand. Voor de
nieuwe bestemming waren enige aanpassingen noodzakelijk. Zo moest een balie
worden geplaatst en een lift worden aangebracht. Voor de balie is een doorbraak
gemaakt in de muur naar de overdekte binnenplaats. De lift is ook in deze ruimte
ondergebracht, zodat alleen doorbraken in de muren van gang en overloop nood
zakelijk waren, waardoor de schade tot een minimum kon worden beperkt.
In de staal waarin het gebouw zich nu bevindt, herinnert het nog maar voor
een deel aan de achttiende-eeuwse glorietijd. Uitwendig is het gehele decor van
de tuin verdwenen. Door de ingrepen uit de negentiende eeuw is een deel van de
inwendige architectuur verloren gegaan en niet één kleur herinnert nog aan een
van de stijlperioden van de achttiende of de negentiende eeuw. Deze studie kan
mogelijk de aanzet geven tot een gedeeltelijk interieurherstel van de bewaard ge
bleven achttiende-eeuwse kamers.
70