98 PRIJSVRAGEN gedeeld dat er onvoldoende antwoord op deze vraag gekomen is. Dezelfde vraag wordt andermaal voorgesteld onder de volgende tekst: Prijsvraag 9-A Daar de Staaten van Zeeland, niet tot voordeel van de Finantien der Provincie, maar ter voorkominge van gebrek aan Contante penningen, al voor meer dan honderd jaaren, den negotiepenning, bekend onder den naam van zilveren Ducaat, of Rijks daalder, met de gedeelten van dien, van 50 tot 51 stuivers geoordeeld hebben te moeten verhoogen, mitsgaders sedert dien tijd, om dezelfde reden, noch tweemaalen gelijke verhooginge met één stuiver te moeten doen, en dus dien negotiepenning binnen Hunne Provincie tot 53 stuivers gangbaar te stellen: welke zijn de middelen, om de aanmerkelijke schade, die de Ingezetenen der Provincie Zeeland, door den nadeeligen Wisselcours, inzonderheid sedert de laatste verhooginge, in 't algemeen geacht worden te lijden, voortekomen; zonder deze Provincie aan gevaar van gebrek aan Contanten bloot te stellen, maar dezelve in tegendeel in staat te houden, om de benoodigde nieuwe specien te konnen aanmunten? En wat middel zou er zijn, om de muntspeciën, door de geheele Republijk, op eenen egaalen voet van gehalte en evaluatie te brengen, met dien effecte, dat op alle de munten, bij aanhoudendheid, zoo gouden als zilveren specien tot de gestatueerde of noch te statueeren gehalten en evaluatien zouden konnen aangemunt worden? Indiener Jaar Antwoorden Motto's f. 301). (met gewijzigde tekst); ingetrokken Vindplaats Jury Juryrapporten Bekroning Publicatie Opmerkingen J. Louyssen 1770 (inv.nr. 58, 1776; herh. 1778 t/m 1781 1782. 1777: 2 (inv.nr. 56, p. 33). 1778: 1 (inv.nr. 61, f. 201). 1777: a: Zeelands Welvaaren (inv.nr. 56, p. 33). b: Kweek koopzorg aan, haal munt-metaalen; Uw vrucht en vlijt, moog die betaalen! (inv.nr. 56, p. 38-39). 1778: c: Men munte in elk vereend gewest; naar prijs der muntstof geld om 't best (inv.nr. 61, f. 201). In inv.nr. 59, p. 19-52 een antwoord op de vraag onder motto: Dat mijn beschreven raad, voor Zeelands welvaart zij; Zo zet ik wissel cours, herstellend voordeel bij!, geschreven door Ras Winthuysen uit Den Haag in 1779 (niet anoniem, dus buiten mededinging naar een prijs). M. van Visvliet, L.P. van de Spiegel, D.P. Mauregnault en A.I. Hurgronje (inv.nr. 59, p. 274-280). Inv.nr. 59, p. 274-280 bevat de rapporten over de antwoorden onder de motto's a en c. 1781: C. Zillesen te Schiedam, zilver, motto a (inv.nr. 62, f. 206); J. Mareeuw te Middelburg, zilver, motto b (inv.nr. 62, f. 207). Verhandelingen ZGW1782, IX, p. 3-22, 23-48. K. van den Helm Boddaert was ook gevraagd voor de jury maar weigerde, gezien zijn relatie met het muntwezen: 'waardeyn der Zeeuwsche Munt' (inv.nr. 61, f. 234). De tekstwijziging in 1778

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 100