PRIJSVRAGEN
99
(inv.nr. 55, p. 154) was na het binnenkomen van de twee bekroonde
antwoorden; men hoopte hierna nog goud te kunnen uitdelen. De
beloningen van zilver waren meer als aanmoediging bedoeld, maar
de antwoorden werden niet echt goed gevonden. Van 28 april 1778
(inv.nr. 55, p. 147) is er een anonieme missive over beantwoording
van de vraag zonder mededinging naar de prijs. Uit 1779 dateert
een boze brief van Ras Winthuysen uit Den Haag: hij heeft de
prijsvraag met de gewijzigde tekst gezien. Het duurt allemaal veel
te lang volgens hem. Hij geeft een antwoord op de prijsvraag onder
motto: Dat mijn beschreven raad, voor Zeelands welvaart zij; Zo
zet ik wisselcours, herstellend voordeel bij! Daarna adviseert hij
de prijsvraag nu maar in te trekken. Hij voelt zich zeer boos en
teleurgesteld (inv.nr. 59, p. 19-52). Waarschijnlijk heeft hij eerder
een antwoord ingestuurd dat afgekeurd is (notulen ontbreken, zie
echter inv.nr. 56, p. 33). De 'schadelijke wisselcours' is tweemaal
aanleiding geweest voor het uitschrijven van een prijsvraag: zie
ook nummer 22. In Verhandelingen ZGW1789, XII, tweede stuk
worden de antwoorden van de winnaars Zillesen en Mareeuw be
redeneerd. Inv.nr. 61, f. 201 bevat een briefje met excuses voor het
te laat zijn van antwoord onder motto c: de auteur had een ongeluk
met zijn hand; toch is dat antwoord wel beoordeeld (inv.nr. 59, p.
274-280).
Prijsvraag 10
Hoedaanige is de wyze, om de armen, zoo binnen de steden als op het platte land
van het Vereenigde Nederland, en in het byzonder van Zeeland, te ondersteunen en
bestendig aan den kost te helpen, welke voor de Diaconyen en armen-middelen min
bezwaarende, voor de armen zeiven nuttiger, en voor de burgerlyke Maatschappy,
waar van zy leden zyn, voordeeliger zy, dan die wyze van bedeelinge, welke nu, byna
alomme, plaats heeft?
Indiener Niet achterhaald.
Jaar 1777.
Antwoorden 1778: 2 (inv.nr. 56, p. 35).
1779: 2 (inv.nr. 56, p. 36).
Motto's 1778: a: Totam vitam miscet dolor et gaudium (inv.nr. 62, f.
130).
b: Patriae salus suprema lex esto (inv.nr. 62, f. 129).
1779: c: Dat hij is geen dapper man, dien de moed ontzinkt onder
de moejelijkheid der zaaken zelfs (inv.nr. 62, f. 128).
d: Die niet werkt zal niet eeten (inv.nr. 62, f. 40).
Jury A.I. Hurgronje, A.P. Lambrechtsen, L. Bomme en A. 's Gravezande
(inv.nr. 62, f. 131).
Juryrapporten Hoewel de juryleden vinden dat geen der auteurs de vraag volledig
heeft beantwoord, bekronen ze toch twee verhandelingen. Van de
antwoorden onder de motto's b en c wil het Genootschap graag
gebruik maken (inv.nr. 62, f. 24). L. Bomme schrijft dat Lam-