PRIJSVRAGEN
103
al in 1766 overleden en A.P. Nahuys, die in Verhandelingen ZGW
1773, III, p. 435 publiceerde, was geen lid. Het lijkt dus meer
dan waarschijnlijk dat G.J. Nahuys de vraag heeft voorgesteld.
Motto a zou goud gekregen hebben; deze oplossing was van H.J.
Krom, die lid van het ZGW was en daarom niet voor een prijs
in aanmerking kwam. Zijn verhandeling is gepubliceerd vóór de
twee bekroonde: p. 1-228. Na de bekroonde verhandelingen van
Van der Palm en Van Voorst komt op p. 395-464: 'Verzameling
van eenige aanmerkingenuit de overige toegezonden antwoorden
ontleend', gevolgd door 'Aanhangsel, behelzende eenige uittreksels
uit de beoordeling der Verhandelingen over de prijsvraag nopens
de verbetering der Schooien' door G.J. Nahuys (p. 465-502). 31
juli 1781 heeft Thomassen a Thuessink een voorrede gelezen die
hij graag vóór de bekroonde verhandelingen geplaatst had gezien
(inv.nr. 55, p. 144). 'Een vriend van 't menschdom', alias Bata-
vus, zond in 1782 een verhandeling over 'De uitvoerbaarheid der
dadelijke verbetering van het schoolwezen' (inv.nr. 5, p. 67). Een
gunstig rapport hierover is geschreven door A. Drijfhout, H.J.
Krom, J.W. te Water, G. Kuipers, A. 's Gravezande, en L. Bomme
(inv.nr. 59, p. 171-178 en inv.nr. 5, p. 133-142). Waarschijnlijk
zijn dit ook de juryleden voor de prijsantwoorden geweest. Door
het ontbreken van notulen is dit echter niet zeker. D.C. van Voorst
heeft op verzoek van het ZGW een conceptreglement voor de
scholen opgesteld, dat door dezelfde jury als van de verhandeling
op bovengenoemde 'uitvoerbaarheid' zal worden bekeken (inv.nr. 5,
p. 147). Ook krijgen deze gecommitteerden het in 1783 gedrukte
Reglement op de schooien binnen de stad Veere aangeboden door J.
Ermerins. Een anoniem commentaar op de verhandelingen van
Krom en Van Voorst bevindt zich in hs. 5128. In Verhandelingen
ZGW 1789, XII, tweede stuk, vinden we een beredenering van de
verhandelingen van Krom, Van der Palm, Van Voorst en van het
aanhangsel van Nahuys. In ZA, Aanwinst 1960.17, inv.nr. 246
is een samenvatting van besluiten van de 'Oeconomische Tak' te
Middelburg met opmerkingen over verbeteringen van scholen te
vinden. De bekroonde verhandelingen zouden ook apart gedrukt
worden (inv.nr. 59, stuk 66), waarschijnlijk is dat niet gebeurd.
Prijsvraag 13
Tijdrekenkundig en naauwkeurig bericht, van alle inlandsche en uitheemsche
Schrijveren en Schriften, die ter ophelderinge der Nederlandsche Geschiedenis
sen en Oudheden strekken, sedert het begin der Graaflijke Regeringe tot op dezen
tijd. 1Men bepaalt zich bij de zeven Vereenigde Gewesten van Nederland, en de
Landen daaronder behoorende. 2. Het tijdrekenkundige moet betrekkelijk gemaakt
worden, niet alleen tot den leeftijd der Schrijveren, maar ook tot het tijdvak, welks
gebeurtenissen zij behandelen. 3. Men make ook, zoo veel mogelijk is, meldinge
van de Handschriften en onuitgegevene stukken, die onder de Liefhebbers der