PRIJSVRAGEN 113 Motto's Jury Bekroning Publicatie Opmerkingen a: Felix qui potuit rerum cognoscere causas (inv.nr. 5, p. 213). Citaat uit Vergilius, Georgica 2, 490. b: Negotie wel gevoed, ons goud en zilver broed (inv.nr. 5, p. 213). c: De welvaart van het vaderland, En 't wingewest der Zeeuwen, Zij aan het koopbedrijf verpand, Tot in de volgende eeuwen (inv.nr. 5, p. 213). Baron van Lynden met enige leden van het ZGW die hij zelf zal kiezen (inv.nr. 5, p. 213). Die juryleden zijn: M. van Visvliet, A.I. Hurgronje, L.P. van de Spiegel en D.P. de Mauregnault (inv.nr. 59, f. 274-280). 1785: J.F. Muller te Amsterdam, goud, motto a (inv.nr. 5, p. 245). Verhandelingen ZGW 1786, XIII, p. 119-201 Prijsvraag 9 uit 1776 ging over hetzelfde onderwerp; antwoorden waren matig, toch bekroond met zilver. G. Brender a Brandis schreef in 1789 een verhandeling 'Over den oorsprong der wis selbrieven' (hs. 3753). Prijsvraag 23 Wanneer is de Provincie van Zeeland, sedert de afschuddinge van het Graaflijk juk, op den hoogsten top van eer en voorspoed, zoo in den koophandel, Zeevaart en Landbouw, als in de Wetenschappen, geweest? Hoe en door welke middelen is zij daar toe gekomen? Is dezelve tot heden toe op dat toppunt gebleven? Of hoe en in hoe verre is dezelve daar in aan 't daalen geraakt? Waar door is zulks voorgevallen? en welke zijn de beste middelen, van dezelve wederom tot dat toppunt te brengen? Indiener J. Brasser (inv.nr. 5, p. 185). Jaar 1784; ingetrokken 1786. Antwoorden Geen. Prijsvraag 24 Welke schikkingen kunnen er door de gezamenlijke geleerde Maatschappijen in ons Vaderland, gemaakt worden, om, zonder eikanderen eenigen hinder toe te brengen, saam te werken tot bereikinge van haar gemeen doel, de bevorderinge, van den bloeij en uitbreidinge, der Konsten en Wetenschappen? Indiener A. 's Gravezande 1784 (inv.nr. 59, p. 194 b-d). Jaar 1784. Antwoorden 1786: 2 (inv.nr. 5, p. 265 en 268). Motto's a: Konst en wetenschap staan in een nauw verband met het waar- agtig heil van 't dierbaar vaderland (inv.nr. 5, p. 265). b: Concordia res parvae crescunt, discordia maximae dilabuntur (inv.nr. 5, p. 268). Jury L. Bomme, A. 's Gravezande, J.J. Brasser, G. Kuipers en A. Drijfhout (inv.nr. 5, p. 266). Juryrapporten Inv.nr. 59, p. 194 b-d, rapport door A. 's Gravezande; inv.nr. 59, p. 204-205 en 210-210 c rapporten door J.J. Brasser, G. Kuipers en L. Bomme.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 115