128 PRIJSVRAGEN om zulks te vermijden' onder de zinspreuk: Die wel onscheit hij leert wel, zaait zoomerkoorn, voor wintergraan, het brandkoorn is dan afgedaan. Ja wast het wel, maar kalkt het niet, de natuur zulks ten vol verbiet, maar bij het zaayen gebruykt maar zant, en haalt het van de binnen, strand; N.B. indien dit in aanmerking koome, mogt den schrijver bereydwillig naadere beschrijving te geeven. Door middel van de Middelburgsche Courant zal de schrijver ver zocht worden binnen drie maanden opheldering te geven (inv.nr. 6, p. 313-314). In 1794 werd het voorstel gedaan een uittreksel van de drie ingekomen antwoorden te maken en dit te verspreiden als nieuwe vraag, waarin geëist werd de genoemde middelen te proberen om te zien wat het beste helpt (zie programma 1794). Deze oproep had tot resultaat: Prijsvraag 48-A Antwoorden 1799: 1 (inv.nr. 7, p. 48). Motto's Experientia rerum optima magistra. (ZAVerzameling aanwinsten 1955-1990, inv.nr. 1961.9). Jury P.G. Schorer, N.C. Lambrechtsen, H. Schortinghuis, E.M. Engel- berts, P. J. Serlé, A. Drijfhout en H.van Royen (inv.nr. 7, p. 48). Juryrapporten Inv.nr. 7, p. 75-80; inv.nr. 63, stuk 122: H. Schortinghuis laat oordeel aan anderen over wegens tijdgebrek. Bekroning 1799: H. Ponse te Geervliet, goud (inv.nr. 7, p. 89). Publicatie Nieuwe Verhandelingen ZGW1807,1,2C stuk p. 1 -66 onder de titel: 'In hoe verre zijn de middelen, door de Burgers Schortinghuis, Pleijte en Paulus, in drie onderscheidene Verhandelingen opge geven, bij nadere Proefnemingen, voldoende bevonden, om het BrandKoorn onder de Tarwe geheel, of zoo veel mogelijk, voor te komen'. Opmerkingen Schrijver H. Ponse heeft alleen zelf beproefd wat het beste middel is, het is niet gecontroleerd door anderen. Toch wordt een gouden medaille uitgeloofd, omdat in het programma van 1796 te vaag over die controle is geschreven. In 1797 is helemaal niet gerept over bewijzen van derden. In 1795 stuurt W.A. Keel een verhandeling over brandkoorn en belooft nog een vervolg (inv.nr. 63, f. 102); deze verhandelingen zijn niet aangetroffen. 23 februari 1796 komt een stuk ter tafel onder de zinspreuk 'Natura duce' met de titel: 'Note ou memoire touchant l'origine et les moyens de remedie a la maladie du froment nomme le charbon' (inv.nr. 6, p. 343). Over dit stuk wordt niets meer vernomen. Prijsvraag 49 Zyn de vorderingen der Hedendaagschen, in het vak der wetenschappen en kunsten, aanmerkelyk genoeg, om onze eeu den naam der verlichte te doen dragen? of, op welke gronden, en met wat recht, eigent zy zich deze titel toe?

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 130