138
PRIJSVRAGEN
en het Welsingse gat' (hs. 4067). Hs. 3720 geeft een onvoltooid
antwoord op deze vraag, ongedateerd en zonder motto.
Prijsvraag 64
Geschiedt de inval der Zeeuwsche Stromen volgens een bestendigen regel en in een
bepaalden streekiyn? Zoo ja: welke zyn die? Is die loopstreek der gezegde Stromen
ook schadelyk voor onze Dyken, Stranden of Schorren? Zoo ja: waar en in hoe
verre? En welke zyn in dit laatste geval de uitvoerlyke middelen, om die nadeelige
loopstreek eene andere richting te geven, en op andere raakpuncten af te leiden,
zoodanig dat het nadeelige wordt weggenomen, en, zoo mogelyk, het voordeelige
wordt in plaats gesteld?
Indiener M. Slabber (inv.nr. 98, nr. 15).
Jaar 1803; herh. t/m 1806; ingetrokken 1807.
Antwoorden Geen (inv.nr. 80, programma 1807).
Opmerkingen Hs. 4117 misschien van belang: een technische verhandeling door
J. Brez over bescherming van dijken tegen verwoesting der zee, uit
1798. Hs. 5033 is een ongedateerde verhandeling over de loop
der stromen rond het eiland Walcheren en over constructies tot
bewaring van duinen en stranden.
Prijsvraag 65
Is er eenig verband tusschen de Wetenschappen en Fraaije Letteren? Zoo ja: is het
dan echter mogelyk dezelve van eikanderen te onderscheiden; en beiden, volgens
een wel te samenhangende en beredeneerde orde, te rangschikken, verdeelen en
onderdeden? Zoo ja: welke is dan de beste orde, daarin, op beredeneerde gronden
te houden: zoodanig, dat die tevens de geschikste zy, om volgens dezelve de Let
terkundige Geschiedenis der onderscheidene Takken van Wetenschappen en Fraaije
Letteren in ons Vaderland, jaarlyks tot het onderwerp van eene Prysvrage te doen
dienen, overeenkomstig het hier boven opgegeven plan der Maatschappy?
Indiener
Jaar
Antwoorden
Opmerkingen
Waarschijnlijk J. Meerman (zie inv.nr. 98, nr. 32).
1804; ingetrokken in 1805, doch men laat het plan niet varen 'om
voort te gaan met bouwstoffen op te samelen voor eene Algemeene
Letterkundige Geschiedenis van ons Vaderland'.
Geen.
In 1803 gaf J. Meerman op: 'eene geschiedenis der beoeffening,
onder ons, van iederen tak der geleerdheid, of der fraaje letteren'.
Hij legt uit dat hij met 'iederen tak' vooral de takken bedoelt waar
mee het Genootschap zich het meest bezighoudt. Een algemene
geschiedenis is veel te omvattend, daarom van de takken apart (zie
conceptprijsvraag 100 en inv.nr. 98, nr. 32). Deze prijsvraag en de
vragen 68, 69 en 71 kunnen het gevolg zijn van het concept van
Meerman. S.H. Vernede schreef een verhandeling (hs. 4234) over
het onderscheid en het verband tussen de 'Wetenschappen en de
Fraaye Letteren', genoemd een voorlezing (ongedateerd).