142
PRIJSVRAGEN
Opmerkingen Antwoord onder motto b is reeds in 1810 onder een andere titel
in Halle en in Berlijn verschenen en wordt daarom niet in de be
oordeling betrokken (inv. nr. 8 0programma 1811De winnaar is
onbekend gebleven Nieuwe Verhandelingen ZGW1818, Voorberigt
p. 34).
Prijsvraag 71
Eene beknopte Letterkundige Geschiedenis der Logica of Redeneerkunde, en der
Metaphysica of Bovennatuurkunde in ons Vaderland, sedert derzelver eerste beoe
fening tot heden toe: behelzende de Schriften en vorderingen der Vaderlandsche
Mannen (Vreemdelingen in dit Land gevestigd, niet uitgezonderd) welke in die
Wetenschappen hebben uitgemunt, gevolglyk ook de Successive omstandigheden,
voortgang of verval dier Wetenschappen zelve, met alles wat dienen kan om de Let
terkundige Geschiedenis der Redeneer- en Bovennatuurkunde in ons Vaderland,
op eene beknopte en duidelyke wijs, en dus ook met aanhaling der bronnen of
auctoriteiten, te schetzen. Het Genootschap oordeelt onder de Bovennatuurkunde
te moeten rangschikken, de Ontologie, de Psychologie, de Natuurlyke Godgeleerd
heid en de Cosmologie.
Indiener Waarschijnlijk J. Meerman (inv.nr. 98, nr. 32).
Jaar 1806; herh. t/m 1809; ingetrokken 1811.
Antwoorden Geen.
Opmerkingen Zie voor de indiener van de vraag de opmerkingen bij prijsvraag
65.
Prijsvraag 72
Alzoo het prediken over de Heilige Schriften, naar volgorde van de Boeken des
Bijbels, zoodanig dat weeklyks, in ééne of twee Leerredenen, een geheel Hoofdstuk
wordt behandeld, in sommige Gemeenten der Nederduitsche Hervormde Kerk van
ons Vaderland in gebruik is; zoo wordt gevraagd: Waaruit heeft die gewoonte haren
oorsprong? wanneer en tot wat oogmerk is zij ingevoerd? Welke onderscheidene
wyzigingen heeft ze in onderscheide Gemeenten? Heeft zij het bedoelde nut te weeg
gebragt, en doet zij zulks nog? en is alzoo het prediken over de H.S. bij volgorde
van Boeken en Hoofdstukken, zonder eenige bepaling, schikking of schifting nuttig
en verkieslijk boven eenige andere orde, die men in dezen zoude kunnen volgen?
of moet men erkennen, dat sommige Bijbelschriften, bij volgorde behandeld, min
geschikt zijn, zoo tot bevordering van Bijbelkennis in 't algemeen, als tot Zedelijk
Onderwijs van Christenen in 't bijzonder? Zoo ja, zouden dan echter, by eene verstan
dige en oordeelkundige, keur en schifting der Boeken en Hoofdstukken, zoodanige
Leerredenen niet veel aangenamer, leerryker en nuttiger zyn, ter aanmoediging en
bevordering van Bybelkennis in 't algemeen, en tot Christelyk Zedelyk onderwys
in 't byzonder? En op welk eene wijze behoort dan de keus, volgorde en schifting te
geschieden, ten dienste in 't byzonder van zulke Gemeenten, alwaar men gewoon
en genegen is, om één Hoofdstuk des Bijbels in eene of twee Leerredenen weeklijks
te behandelen?
Indiener N.C. Lambrechtsen (inv.nr. 98, nr. 48).