152 PRIJSVRAGEN Prijsvraag 87 Wat is uit de Schriften der oude Profeten alsmede uit het onderwijs van den Zalig maker en zijne Apostelen, met genoegzame zekerheid op te maken aangaande het toekomstig lot des Joodschen volks, als zoodanig aangemerkt, vooral met betrek king tot deszelfs toebrenging tot het Christendom en al of niet wederkeering naar Palestina? Indiener Jaar Antwoorden Motto's Jury Juryrapporten Bekroning Prijsvraag 88 Daar het buiten twijfel hoogst nuttig geoordeeld moet worden, dat alle Dijkbesturen, Dijkbazen, Commisen en andere diergelijke Personen, in het vak van derzelver bij zondere zeeweringen geplaatst, niet slechts door praktijk werkdadige kennis bezitten; maar ook op gronden eener gezonde Theorie, de werken die zij onder hun opzigt doen uitvoeren, weten te beoordeelen, en men echter bij alle zoodanigen geene gegronde kennis der ware gronden en regelen, volgens welke de onderscheidene werken tot voorkoming of herstel van rampen of schaden moeten worden ingerigt, kan vooronderstellen; daar het hun altijd bezwaarlijk zoude vallen, om het geen voor hunne bijzondere betrekkingen nuttig is, uit vele omslagtige, kostbare, en in onder scheidene talen geschrevene werken op te zamelen; zoo verlangt het Genootschap, ter bevordering van zoodanige kundigheden: Een handboek in de Nederduitsche taal, ten dienste van allen, wien, bij onderscheidene Dijks- of Polder-besturen, het opzigt en het bestuur der waterweringen is aanbevolen. Dit handboek zal moeten bevatten: 1Eene beschrijving van alle of de meest bekende waterkeerende Wer ken, waar mede gewoonlijk de onder het waterpas der zee gelegene landen tegen overstrooming beveiligd worden. 2. Eene opgave van alle schaden en rampen, die Dijken, Stranden, Duinen, of de door kunst aangelegde Zeeweringen door stroo men, stormen, hooge vloeden, golfslag, ontgrondingen enz. kunnen treffen. 3. Eene beschrijving van de onderscheidene meest bekende middelen, ter voorkoming of herstelling van de schaden, vooral ook bij dringend gevaar; de wijze van constructie dezer werken, opgave van derzelver gewone kosten, alles, zoo veel mogelijk, met toepassing van de wetten der Waterweeg- en Waterloop-kunde en eene, zoo uit dezelve, als uit de ondervinding afgeleide beoordeeling van het meer of min nuttige en doelmatige van zoodanige werken. 4. Eene beschrijving van de constructie en de werking der uitwaterende Sluizen, en de Kanalen van toevoer, op grond van de erkende waterloopkundige wetten. 5. Eene ontwikkeling van den geheelen omvang C.W. Stronck (inv.nr. 98, nr. 90). 1819; ingetrokken 1824. 1821: 2 (inv.nr. 8, p. 19). a: Israël hope op den Heer (inv.nr. 8, p. 19). b: Geheel Israël zal zalig worden (inv.nr. 8, p. 19). J.H. Krom, H.H. Donker Curtius, J. ab Utrecht Dresselhuis en A. Th. Beausar (inv.nr. 8, p. 19). Inv.nr. 8, p. 203-205; inv.nr. 64, stuk 47 (van Krom), 135 (van Donker Curtius), 136 (van Utrecht Dresselhuis). Bovendien een rapport door H.W. Tydeman, die niet in de jury was benoemd (inv.nr. 64, stuk 80). Geen (inv.nr. 8, p. 205).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 154