158
PRIJSVRAGEN
waarschijnlijke redenen, waaraan men zulks heeft toe te schrijven?
Indiener P. Pous (inv.nr. 98, nr. 238; inv.nr. 9, p. 56).
Jaar 1834; ingetrokken 1837.
Antwoorden Geen.
Prijsvraag 98
Daar de voormalige Koophandel in Zeeland en deszelfs lotgevallen, niet slechts
uit een geschiedkundig oogpunt een grondig onderzoek waardig zijn; maar eene
oordeelkundige beschouwing daarvan, weliigt eenige nuttige wenken zoude geven,
tot opbeuring van denzelven uit den tegenwoordigen staat van geheel verval; zoo
vraagt het Genootschap: Eene geschied- en oordeelkundige Beschouwing van den
Koophandel in Zeeland, van de vroegste tijden tot op heden.
Indiener S. de Wind (inv.nr. 98, nr. 242; inv.nr. 9, p. 57).
Jaar 1834; ingetrokken 1835.
Antwoorden Geen.
Prijsvraag 99
Een beknopt verhaal der daden door de Zeeuwen van het begin des opstands tegen
Spanje, tot aan den Munsterschen Vrede, zoo wel binnen als buiten Europa, verrigt;
met aanwijzing van den invloed dier daden, op den Staatkundigen toestand van het
Vaderland en op de welvaart van deszelfs Ingezetenen.
Indiener
Jaar
Antwoorden
Motto's
Jury
Juryrapporten
Bekroning
Opmerkingen
J.C. de Jonge (inv.nr. 98, nr. 250 en inv.nr. 9, p. 287).
1837; herh. t/m 1842.
1838: 1 (inv.nr. 9, p. 363).
1843: 1 (inv.nr. 10, p. 140).
1838: a: De Zeeuwen hebben het juk der dwingelandij helpen
verbreken (inv.nr. 9, p. 363).
1843: zelfde motto, (inv.nr. 10, p. 140).
1838: S. de Wind, J.C. de Jonge, J. ab Utrecht Dresselhuis en A.P.
van Deinse (inv.nr. 9, p. 367-368).
1843: J.C. de Jonge, A.E Sifflé, C.A. Rethaan Macaré, H. Beijer-
man, J. Bosscha en F. Z. Ermerins (inv.nr. 10, p. 141).
Inv.nr. 65, f. 86a-86s; hs. 3589.
1845: E.B. Swalue te Goes, zilver (inv.nr. 82, programma 1845).
J. de Kanter stuurde 25-1-1839 een brief aan ab Utrecht Dresselhuis
ter begeleiding van het prijsantwoord dat Dresselhuis zal beoordelen
(hs. 830). De inzender was beide malen E.B. Swalue. Zijn antwoord
uit 1838 werd afgekeurd (inv.nr. 10, p.50). Na het antwoord van
1843 mocht hij kiezen tussen een boek of een zilveren medaille
en koos de medaille. Het Genootschap wil de verhandeling niet
publiceren (inv.nr. 10, p. 50, 72-73), doch hij mag dat wel zelf
doen en krijgt een bijdrage van 80 in de drukkosten (programma
1845). Zijn publicatie is in 1846 in Amsterdam verschenen: De
daden der Zeeuwen gedurende den opstand tegen Spanje {Cat. ZGW
1864, p. 195 en Cat. ZGW 1883, p. 305). 22 october 1850 schrijft