PRIJSVRAGEN
159
D.M. de Superville (inv.nr. 67, stuk 9) dat over dit onderwerp
een bredere prijsvraag kan worden uitgeschreven, namelijk: 'Een
beknopt verhaal van de in Europa Asia Afrika en America te land
en ter zee krijgskundige daden zoowel, als van de zoo in als buiten
het Vaderland Staatkundige bemoeyingen door de Zeeuwen in of
betrekkelijk den dienst van het Nederlandsche Gemeenebest in
het algemeen of in dat van hun gewest in het bijzonder verrigt,
gedurende het bijna 50 jarig tijdbestek hetwelk van het sluiten van
den Vrede van Munster tot op het sluiten van dien van Rijswijk of
van 1648 tot 1697 invalt, met aanwijzing en van den invloed dier
daden op den Staatkundigen toestand van het Vaderland, en van
dezelve zoo op de welvaart van deszelfs ingezetenen in het algemeen
als op die van dit gewest in het bijzonder.'
Prijsvraag 100
Welke zijn de verschijnselen die gewoonlijk aan opslurping (absorptie) van het
licht worden toegeschreven? Aan welke wetten zijn deze onderworpen, en uit welke
gronden kunnen zij verklaard worden?
Indiener P. J. Uijlenbroek (inv.nr. 98, nr. 256).
Jaar 1837; ingetrokken 1842.
Antwoorden Geen (inv.nr. 10, p. 69).
Prijsvraag 101
Het Genootschap vraagt eene beknopte doch naauwkeurige opgaaf van de latere
vorderingen in de Meteorologie en van den tegenwoordigen staat van dit gedeelte
der Natuurkunde?
Indiener C. Pruijs van der Hoeven (inv.nr. 98, nr. 246).
Jaar 1837; herh. t/m 1842; ingetrokken 1845.
Antwoorden Geen (inv.nr. 10, p. 69).
Prijsvraag 102
Daar er geene afzonderlijke Flora van Zeeland bestaat, en er sedert het jaar 1610,
toen CASPAR PELLETIER zijn Werkje over de Planten van Walcheren uitgaf [Casp. Pel-
letirii, Plantarum turn patriarum, turn exoticarum in Walachria Zeelandiae insula
nascentium Syninymia, Middelburgi, 8 vol., 1610], geen opzettelijk werk daar over
is in het licht verschenen, zoo verlangt het Genootschap, in der tijd, eene volledige
Flora Zeelandiae. De uitgebreidheid echter van dit onderwerp in aanmerking ne
mende, stelt het zich voor om stuksgewijze de bouwstoffen te verzamelen, tot het
zamenstellen van een zoodanig werk. Voor het tegenwoordige bepaalt het zich tot
de zigtbaar bloeijende Planten in het eerste District der Provincie Zeeland (het
Eiland Walcheren en St. Joosland), en stelt dus als Prijsvraag voor: Eene Naamlijst
en beknopte Beschrijving der op het Eiland Walcheren en St. Joosland in het wild
wassende zigtbaar bloeijende Planten, met opgave der plaats waar dezelve gevonden
worden, en met verwijzing naar één of meer werken, waarin zij goed afgebeeld of