PRIJSVRAGEN
163
Jaar 1845; herh. t/m 1851; daarna niet meer. vermeld.
Antwoorden Geen.
Prijsvraag 110
Welke zijn de verdiensten der Nederlanders omtrent de studie der Ciassieke oudheid?
Onder Nederlanders wil men ook de zodanigen begrepen hebben, die, ofschoon in
Nederland niet geboren, daar echter hunne vorming ontvangen, althans gebloeid
hebben.
Indiener H. Polman Kruseman (inv.nr. 99, nr. 18).
Jaar 1845; niet herhaald.
Antwoorden Geen.
Prijsvraag 111
Welke grondsoorten zijn er in de Provincie Zeeland, die kunnen geacht worden
geschikt te zijn tot grondstoffen (matière première) voor Fabrieken?
Indiener S. de Wind (inv.nr. 99, nr. 1).
Jaar 1845; niet herhaald.
Antwoorden Geen.
Prijsvraag 112
Daar het, blijkens de ondervinding, niet op goede gronden kan ontkend worden, dat
onderscheidene heete, zoo besmettelijke als epidemische ziekten in Zeeland zeldzamer
heerschen dan in andere gewesten van ons Vaderland, en aldaar, ook minder gevaarlijk
zijnde, niet zoo groote verwoestingen aanrigten; zoo vraagt het genootschap: Een
geschiedkundig overzigt van zoodanige besmettelijke en epidemische ziekten, welke
in de laatste twintig jaren in Zeeland geheerscht hebben, - van haren aard, en van
haren invloed op het leven der inwoners. Eene aanwijzing der gunstige uitkomsten,
welke in dit opzigt Zeeland boven andere gewesten in ons Vaderland kennen doet.
Eene ontwikkeling der oorzaken, welke tot deze gunstige uitkomsten voeren.
Indiener B. de Jonge (inv.nr. 99, nr. 31).
Jaar 1848; herh. t/m 1854; daarna niet meer vermeld.
Antwoorden Geen.
Prijsvraag 113
Onder welke omstandigheden verkrijgt een Staat, waarin het beginsel van vrijen
handel is aangenomen, het regt om het opkoopen van levensmiddelen, althans in
deszelfs meest verderfelijk uiterste, tegen te gaan? Wat heeft de ondervinding tot
dusverre geleerd omtrent de middelen, hier of elders te dien aanzien beproefd,
hetzij door strafwetten, marktreglementen, tijdelijke belemmering van uitvoer of
dergelijke? En welke zijn de meest doelmatige middelen, om met de minst mogelijke
belemmering van den vrijen handel aan het hier bedoelde opkoopen paal en perk te
stellen, of althans een tijdelijk volslagen gebrek aan voedingsmiddelen op de meest
bedreigde plaatsen voor te komen?