174 PRIJSVRAGEN Conceptprijsvraag 22 Hoedanig behoorde de schikking te wezen, naar welke de hervormde godsdienst in onze colonien het allergewenscht, spoedigst, en met de meeste stichting, zoude konnen voortgeplant en uitgebreid worden? Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 52-53). Conceptprijsvraag 23 Welke dingen zijn het wier nalaating of naauwkeurige betrachting zouden moeten gedyen en uitvallen tot groot heil en voordeel van de geoctroyeerde Oost Indische Maatschappij? Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 53). Conceptprijsvraag 24 Hoedanig behoorde de regeeringsform in onze colonien te wezen waar uit, zoo de colonisten als de ingezetenen der zeven vrije landen, het meeste voordeel hadden te wachten? Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 53). Conceptprijsvraag 25 Wat zoude konnen strekken tot verbetering van onze vaderlandsche rechten? Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 53). Conceptprijsvraag 26 Welke zijn de wetten wier stipte uitvoering den hoogen prijs der graanen zoude konnen doen daalen? Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 53). Conceptprijsvraag 27 Wat heeft Zeeland te betrachten om haren kwijnenden koophandel te doen her leven? Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 53). Opmerkingen Deze conceptprijsvraag uit 1772 lijkt op prijsvraag 45 uit 1792. Conceptprijsvraag 28 Welke zijn de wetten, zeden, gewoonten en ondeugden, die dezen lande het meeste quaad berokkenen? Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 53). Opmerkingen Deze conceptprijsvraag uit 1772 doet denken aan prijsvraag 27 uit 1785. Conceptprijsvraag 29 Zoude het nuttig en noodig wezen dat er wetten werden gemaakt ter besnoeying van veele onnodige uitgaaven, welke eene onredelijke gewoonte en een steeds toe- neemende dertelheid en overdaad hebben ingevoerd? Zoo ja, welke zouden dan die wetten wezen moeten? Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 53).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 176