PRIJSVRAGEN
175
Conceptprijsvraag 30
Wat mag de reden wezen van een geweldig en scherp zuur, dat bij zoo veele kleine
kinderen in deze provincie gevonden word, en welke middelen zouden de gepaste
en krachtigste wezen om dat schadelijk zuur te breeken, en deszelfs verderfelijke
gevolgen te verhinderen?
Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 53).
Conceptprijsvraag 31
Zoude de ontleedkunde en de natuurlijke kennis van het menschelijk lichaam over
de zedekunde een nieuw licht kunnen verspreiden? Zoo ja, welke zijn de nieuwe
ontdekkingen welke men van die kant mag tegemoet zien?
Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 54).
Conceptprijsvraag 32
Kan uit de ondervinding en geschiedenis worden opgemaakt dat de bijzondere
luchtstreeken op der menschen aart, godsdienst, wetten, zeden en gewoonten eenen
natuurlijken en ge-evenredigheden invloed hebben?
Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 54).
Conceptprijsvraag 33
Wat is het dat deze provincie bijzonder ongezond maakt, en wat heeft men in acht
te neemen, om hetgeen de gezondheid van menschen, beesten en a. hier benadeelt
voor te komen, te weeren, of daar onder zich het gezondst te bewaaren?
Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 54).
Conceptprijsvraag 34
Waar uit ontstaat het ongemak in het groot en klein vee, dat wij hier de bot noemen,
en wat heeft men na te komen om het vee tegen dit ongemak te behoeden, of het
zelve daar van te verlossen?
Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 54).
Conceptprijsvraag 35
Waar is aan toe te kennen het ongemak in de bloemen en bloemknoppen van fruit-
boomen, 't geen men gewoonlijk de zwarte vlieg noemt, en zou er konst wezen om
dit bederf voor te komen?
Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 54).
Conceptprijsvraag 36
Welke de rede zij dat Barnabas in zijn brief waarin hij zich allesints bevlijtigt om te
betoogen dat de christenen van alle verbintenis aan de wet van Moses ontslaagen
zijn, zich nooit beroept op de schriften van Paulus, die dit stuk opentlijk betoogt,
en in het helderst dachlicht gesteld heeft. Deze vraag is van groot gewicht, omdat
de deïsten uit dit stilzwijgen van Barnabas aangaande Paulus besluiten dat de eerste
kerkvaders de brieven van dien apostel niet gekend hebben, en dat dezelve eerst in
later tijden op den naam van Paulus zijn opgesteld en in de wereld gebragt. Die
deze vraag beantwoorden willen moeten vooronderstellen en niet bewijzen: 1- Dat
de brief van Barnabas echt, schoon niet Godlijk is. 2- Dat de schrijver die dezelve