1773
1774
176
PRIJSVRAGEN
geschreven heeft, geen andere dan die Barnabas is, welke een vriend en reisgenoot van
Paulus was, en van wien in de Handelingen der apostelen en 1Cor. IX gesproken
word. 3- Dat Barnabas zijn brief later geschreven heeft, dan de brieven van Paulus
geschreven zijn.
Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 55).
Conceptprijsvraag 37
Zoude men de bovennatuurkunde en wel inzonderheid de wezenkunde.en de geest-
kunde niet eenigsints duidelijker en op eene aangenaamer wijze dan tot noch toe
geschied is, kunnen behandelen? Zoo neen, waarom niet? en hoeverre heeft men het
duidelijke, verstaanbaare, en aangenaame der behandelinge van die wetenschappen
reeds gebracht? Zoo ja, hoe zal men in de opgenoemde verbeteringen dier weten
schappen best en verligst te werk gaan?
Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 57).
Conceptprijsvraag 38
Welke is de oirsprong, en voortgang van het begraaven der lijken binnen de kerken
en steden; is hetzelve nadeelig of onschadelijk? Indien nadeelig en schadelijk welke
zijn dan de beste en geschikte middelen, om, na de gesteldheid van dezen staat in het
algemeen en van Zeeland in het bijzonder en behoudens de inkomsten der kerken
dit quaad te verhelpen?
Indiener N.C. Lambrechtsen (inv.nr. 4, p. 146; inv.nr. 63, stuk 31).
Opmerkingen Met gewijzigde tekst uitgeschreven als prijsvraag 21 in 1783. In
1783 wordt de onschadelijkheid niet meer genoemd.
Conceptprijsvraag 39
Welke zijn de oirzaaken van het verval der weleer bloedende commercie en fabriquen
in deze provincie en welke zouden de beste middelen zijn tot herstel derzelve?
Indiener K. van den Helm Boddaert (inv.nr. 4, p. 203).
Conceptprijsvraag 40
Waaruit is ontstaan dat men sedert weinige jaren herwaarts op de uitgaande schepen
van de Oost-Indische Maatschappij dezer landen, eene zeer aanmerkelijke sterfte en
meer quaadaartige ziekten bespeurd heeft dan in vorige jaaren, welke zijn de ziekten
die men het meest heeft opgemerkt, welke behoedmiddelen zijn daartegen met hoop
van het meeste succes aan te wenden?
Indiener A. 's Gravezande (inv.nr. 62, f. 120).
Conceptprijsvraag 41
Men heeft zedert een geruimen tijd opgemerkt dat het hout waarvan zoo de oor-
logscheepen als die der Oost-Indische Compagnie en andere zijn gebouwd, spoe-