186
PRIJSVRAGEN
Welke middelen tot aankweeking en versterking van dat zedelijk gevoel (deszelfs
aanwezen ondersteld, of betoogd, of bevestigd zijnde) bij toenemende rijper jaaren
kunnen worden in 't werk gesteld?
Indiener J.A. Modera (inv.nr. 98, nr. 9).
Conceptprijsvraag 81
Welke takken van koophandel en zeevaart, welke fabrieken en trafieken hebben den
bloeij van Zeeland, in vroegere en latere eeuwen meest bevorderd? Welke waren de
voornaamste redenen der verminderinge of geheele toestoppinge van die bronnen
van welvaart? en door welke middelen zouden sommigen derzelver wederom kun
nen geopend worden?
Indiener J.W. te Water (inv.nr. 98, nr. 10).
Conceptprijsvraag 82
Welke is de wederkeerige invloed der wijsbegeerte op de taalkunde, van allerleije
volken, en van de taalkunde op de wijsbegeerte?
Indiener J.W. te Water (inv.nr. 98, nr. 11).
Conceptprijsvraag 83
Welke is de waare, bestendige en onveranderlijke grondslag van het schoone in alle
de werken der natuur?
Indiener J.W. te Water (inv.nr. 98, nr. 12).
Conceptprijsvraag 84
In hoeverre kunnen de oudste vaderlandsche geschiedenissen opgehelderd worden
uit zulke Romeinsche opschriften en penningen, van welke men in 't zekere weet, dat
zij niet van elders herwaards gebragt, maar in ons vaderland eerst gevonden zijn?
Indiener J.W. te Water (inv.nr. 98, nr. 13).
Conceptprijsvraag 85
Wat is er, bij waarschijnlijke gissinge, uit de oude Grieksche en Romeinsche his
toriën voor ons te leeren, ten aanzien der volgende lotgevallen van de Bataafsche
Republiek?
Indiener J.W. te Water (inv.nr. 98, nr. 14).
Conceptprijsvraag 86
Daar er sedert een geruime tijd, én door het Zeeuwsch Genootschap, én door andere
in ons vaderland zo ernstig gedacht is aan, en zoo veele nuttige voorslagen gedaan
zijn tot verbetering der scholen; en echter de treurige ondervinding leert, dat de
gewenschte verbetering niet alleen achterblijft, maar zelfs de pogingen ter bevor
dering derzelve veel tegenstand vinden - zo is de vraag: Welke zijn de redenen van
dezen tegenstand? en welke de beste en meest geschikte middelen, om dezelve weg
te nemen, en de verbetering van het school-onderwijs dadelijk te bevorderen?
Indiener A. van Deinse (inv.nr. 98, nr. 17).