PRIJSVRAGEN
203
Conceptprijsvraag 156
Daar sommigen beweren, dat er eene bijzondere overeenkomst plaats heeft tusschen
het christendom en het mohammedanismus, zoo vraagt men: Welke zijn de grond
stellingen die het mohammedanismus als zoodanig kenmerken, Is er tusschen deze
en de grondstellingen van het christendom eene blijkbare overeenstemmimg? Zoo
ja, van waar dan die overeenstemming, en kan die strekken tot kleinachtinge van
het christendom of kan ze deszelfs godlijken oorsprong in verdenking brengen? zoo
neen, waarin dan zijn beide wezenlijk onderscheiden?
Indiener J.A. Lotze (inv.nr. 98, nr. 98).
Conceptprijsvraag 157
Welke vorderingen heeft men gedurende de jongst verlopen achttiende eeuw gemaakt
in de gewijde taal-, oordeel- en uitlegkunde? Wie hebben tot dezelve het meest
bijgedragen, en hoeveel aandeel hebben de Nederlandsche geleerden daaraan? Wat
is er te doen overgebleven, zoo veel om ons van de daar door verkregen voordeelen
te verzekeren, als om de geheele volmaking te voltooijen?
Indiener J.A. Lotze (inv.nr. 98, nr. 99).
Conceptprijsvraag 158
Welke is de oorsprong van de orde der Tempelheeren? Welke waren hare grondstel
lingen, hoedanige hare verrichtingen, en welke is de naaste maar ware oorzaak van
hare vernietiging geweest?
Indiener J.A. Lotze (inv.nr. 98, nr. 100).
Conceptprijsvraag 159
Daar het werk van Strabo voor de oude aardrijkskunde van een groot aanbelang
is, maar over de waardij van zijne narichten verschillend word geoordeeld vraagt
men: uit welke bronnen heeft hij zijne aardrijkskundige narichten geschept? heeft
hij zulk een oordeelkundig gebruik van dezelve gemaakt, dat wij ons volkomen op
hem kunnen verlaten; zoo neen, welke misslagen heeft hij begaan, die bij het gebruik
van zijne narichten moeten vermijd worden?
Indiener J.A. Lotze (inv.nr. 98, nr. 101).
Conceptprijsvraag 160
Eene letterkundige geschiedenis der beroemdste taalkundigen die in ons vaderland
gedurende de achttiende eeuw gebloeid hebben, met duidelijke vermelding van
elks bijzondere verdiensten. Men zou zich b.v. kunnen bepalen tot Hemsterhuis,
Valkenaar, d'Orville, Alberti, A. Schultens, S.S. Schultens, Schroeder, etc., ofwel tot
eenige van hun- Verkiest men echter tot eenig vak afzonderlijk zich te bepalen, ook
daar door kan het oogmerk bereikt worden, en mogelijk beter dus b.v. de geleerden
in de oostersche talen, - in de westersche, etc.
Indiener J.A. Lotze (inv.nr. 98, nr. 102).
Conceptprijsvraag 161
Dewijl er thans over de al dan niet versterkende invloed van koude en warmte op en
in het menschelijk organismus op een zeer onderscheidene wijze onder de geneeskun
digen geoordeelt wordt, zoo verlangt de Maatschappij dit onderwerp op eene bondige