PRIJSVRAGEN
205
ontworpen door den generaal majoor Krayenhoff en gesanctioneerd door den Mi
nister van oorlog.
Indiener H.W. Tijdeman (inv.nr. 98, nr. 108).
Conceptprijsvraag 167
Verhandeling over de stedelijke politie, zoo in groote als middelbare en kleine ste
den: betreffende de openlijke inrigtingen, welke ter bereiking van het doel, of ter
bevordering 't nut of het genoegen der gezellige samenleving kunnen strekken; de
wijze der inrigtingen, hare beste administratie en 't vinden der noodige fondsen, in
't algemeen en behoudens de wijsingen ingevolge plaatselijke omstandigheden.
Indiener H.W. Tijdeman (inv.nr. 98, nr. 109).
Conceptprijsvraag 168
Hoe kan door staats-zorg volgens algemeene en eenparige beginselen, doch behoor
lijk gewijzigd naar de plaatselijke omstandigheden best voldaan worden aan het
onbetwistbaar en meermalen van staatswege geproclameerd algemeen grondbeginsel:
'De maatschappij voorziet den nijveren van werk, den wezenlijk behoeftigen van
onderstand'. Hoe moeten daartoe de armen inrigtingen zijn, hoe derzelver bestier
en van waar de fondsen te vinden?
Indiener H.W. Tijdeman (inv.nr. 98, nr. 110).
Conceptprijsvraag 169
Het Genootschap zoude vragen een naauwkeurig onderzoek aangaande den voor-
maligen staat der Zeeuwsche eilanden, en derzelven naastbij gelegene landen, van de
vroegste tijden af, voor zoo verre die uit oudere en latere oorkonden en gedenkstuk
ken blijkt of kan worden afgeleid, derzelver afneming of aanwas, stroomen, vloeden,
stranden, havens, zeeën, overstroomingen en meewerken, en al wat er behoort, om
derzelver geschiedenis uit een waterstaat en waterbouwkundig oogpunt in het helderst
en zekerst licht te plaatsen?
Indiener C.J. Wenkebach (inv.nr. 98, ongenummerd).
Conceptprijsvraag 170
Een tafereel der aloude staat en geschiedenis van Zeeland, onder de oorsprongelijke
inwoonders en de Romeinen, verzeld van eene oudheid- en oordeelkundige opgave
der gedenktekenen van deze tijdvakken, nog voorhanden.
Indiener W.H.J. van Westreenen (inv.nr. 98, nr. 112).
Conceptprijsvraag 171
Een historisch en staatkundig betoog, wegens den overgang der souvereiniteit van
Zeeland, aan de Hollandsche graaven, beschouwd in zijne oorzaken, wijze, gevolgen
en rechten.
Indiener W.H.J. van Westreenen (inv.nr. 98, nr. 113).
Conceptprijsvraag 172
Hoe groot en hoedanig is, vooral in de oude tijden, de invloed van den landbouw
op de beschaving der volken geweest?
Indiener W.Ph. van Heusden (inv.nr. 98, nr. 114).