1813
PRIJSVRAGEN
209
Conceptprijsvraag 187
Welke drijfveren hebben Constantijn bewogen om den christelijken godsdienst
aan te nemen? Zijn dezelve waarlijk wel zoo verfoeijelijk, als Montesquieu dezelve
beschouwd in zijne Grandeur et decadence des Romains, en zouden èn onder vele
min prijslijke, ook niet een of andere loffelijke oorzaak dien vorst hebben kunnen
noopen tot dit in zijne gevolgen zoo heilzaam besluit?
Indiener C. d'Engelbronner (inv.nr. 98, nr. 130).
Conceptprijsvraag 188
Daar de geschiedenis in alle opzichten het licht der waarheid, de boodschapster der
oudheid en leermeesteresse des levens door Cicero met regt genoemd is; zoo zoude het
van groot belang zijn om de geschiedenis der denkbeelden van het menschdom op te
maken uit de teekenen waar mede dezelve uitgedrukt worden, dat is, eene geschiedenis
der woorden. Welke ongelijk rijker en overvloediger zoude zijn dan alle analogieën,
b.v. wat is de betekenis van vele woorden in onze taal sedert eene eeuw veranderd.
Slegt heeft bij Huig de Groot, Hooft, Vondel enz. eene zeer voordeelige beteekenis,
thans, eene nadeelige. In de Latijnsche taal beteekende ten tijde van Cicero, Fiscus
een korfje; ten tijde van Vespasianus was het de keizerlijke schatkist, in tegenstelling
van het aerarium publicum Idoneus was bij Cicero, geschikt, bekwaam; ten tijde
van Olpianus en Lactantius was het rijk en gegoed te zeggen. Deze veranderingen
der beteekenissen kan alleen de geschiedkundige en geenszins de enkele letterzifter
en grammatista gadeslaan.
Indiener C. d'Engelbronner (inv.nr. 98, nr. 131).
Conceptprijsvraag 189
De waarheid van psalm 76, vers 11a, de grimmigheid des menschen zal u loflijk
maken, geschiedkundig betoogd.
Indiener J.A. Uilkens (inv.nr. 98, nr. 132).
Conceptprijsvraag 190
Wanneer en door wien zijn de gedistilleerde dranken uitgevonden? Welke was der-
zelver eerste strekking? Waaraan is de algemeene trek bij beschaafde en onbeschaafde
volken hierna toe te schrijven? Welk een invloed heeft deeze uitvinding gehad op de
morele en phijsieke toestand der menschen en volken; als ook op andere kunsten
en bedrijven?
Indiener J.A. Uilkens (inv.nr. 98, nr. 133).
Conceptprijsvraag 191
Aan welke bepalingen moet Zeno's les 'Wilt gij de menschen rijker maken, zoo ver
meerderd niet hunne bezittingen, maar verminder hunne behoeften', onderworpen
worden om niet te strijden met 's menschen natuur, aanleg en bestemming, en met
de orde en welvaart der maatschappij?
Indiener J.A. Uilkens (inv.nr. 98, nr. 134).