PRIJSVRAGEN 225 zelfs gewigtig, wat de details van aanleg, onderhoud en rendement eener geheel aparte blanke colonie betreft die het alleen schijnt te bedoelen, laboreert mijns inziens aan te veel zwarigheden, om, zon der een zeer groot gebrek aan volkslaven en zonder de volstrekte onmooglijkheid die te bekomen, ooit uitvoerbaar te worden: wie zoude op een zesde van zijn verdienste, jaren lang arbeiden willen? zwakker erkent Zed. den blanken tegen de hitte, dan den neger, elk werk niet, geen suikerbouw, is hem mooglijk; alles, huizen en plantgronden, moet gereed zijn om de colonisten te ontvangen. Wie zal dit, eer zij er zijn, zullen dit de actuele bewoners bewerkstelligen? en vooral, particulieren zullen zoo een voorschot evenmin vragen, als Z.M. voor elke 100 huisgezinnen, telkens eenige tonnen gouds ter dispositie van de onderneming stellen. Mijn gevoelen is derhalven, dat het plan van d'hr. Lammens noch geheel noch gedeeltelijk in aanmerking komen kan en dat het Genootschap voor alsnog en tot dat eene meerdere schaarsheid van slaven op buitengewone middelen doet denken of die noodig maakt, de vraag, zoo als zij ligt, te vergeefs zoude uitschrijven. Het groot en practicaal nut der zaak in 't algemeen echter, doet mij. nog meer wenschelijk, dan eene geheele terzijdestel ling schijnen deze zelve vraag, door eenige bijgevoegde periode meer van applicatie te maken op eventueel transport of aankweeking van werkdieren, waarvan, zoo veel mij occurreerd, noch in 't plan van den heer Lammens, noch in eenig advies iets gemeld wordt, wat doch zoude onze eigene vaderlandsche cultuur zonder deze hulp zijn? Ook is mij, behalven dit, verzekerd, dat de Engelschen reeds in colonien, naburig van Suriname, den ploeg gebruiken en van het dieper bewerken des lands, dan met het houweel geschieden kan, de rijkelijkste vruchten inoogsten. Zie voor deze problematiek ook conceptvraag 73 (inv.nr. 6, p. 154) van H. van Royen en concept- vraag 231 (inv.nr. 98, nr. 180) van J.A. van der Heim. Conceptprijsvraag 255 De zoogenaamde nationaliteit, of ophef met eigen land en geaardheid, welke men bij menige volkeren en voornamelijk bij de Engelschen ontdekt, levert dezelve over het algemeen een wezenlijk voordeel voor een land op; en zoo zulks ook bij ons plaats heeft, welke middelen zijn het meest geschikt om dezelve bij ons aan te kweken en te bevorderen. Indiener Z. Paspoort (inv.nr. 98, nr. 202). Conceptprijsvraag 256 De opvoeding der kinderen, voornamelijk der zoons in de beschaafde kringen, en eerste huisgezinnen van ons land, wordt dezelve niet uit het ware oogpunt verloren door het doen aanleeren van menige vreemde talen, en zoude lange reeks van jaren, waaraan dezelve worden doorgebragt, niet met edeler wetenschappen kunnen worden vervangen, zooals in andere landen plaats heeft waar men de jeugd inter alia meer bekend maakt, met de zedeleer en de burgerlijke pligten. Indiener Z. Paspoort (inv.nr. 98, nr. 203).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 227