PRIJSVRAGEN
227
Conceptprijsvraag 262
Daar de voortdurende en zelfs verergerende armoede van de zeevisschers dorpen
schijnt te bewijzen dat de zeevisscherij langs onze kusten op den duur geen genoeg
zaam bestaan oplevert en het toch van belang is die visscherijen in stand te houden
en zoo mogelijk te verbeteren, zoo word gevraagd, welke middelen daartoe meest
dienstig zouden zijn, of men het gewoon product van de visscherijen niet zoude
kunnen vermeerderen: le- Door het oprigten van vischlijm en traankokerijen van
de doode visch en het afval hetwelk thans word weggeworpen en de lucht langs de
stranden verpest, zoo ja, hoe en op welke wijze die lijm en traankokerijen het best
op ieder dorp waren op te rigten en in werking te brengen. 2e- Door het oprigten
van wel ingerigte droog en rookschuren of toorens, om daarin dorpsgewijze schol
len, scharren, kaanen enz. te drogen en te rooken, beter als dit tot nu toe door eiken
visscher in het bijzonder is kunnen gedaan worden, zooveel mogelijk met voorbeel
den uit dit of andere landen, gestaafd. 3e- In zooverre men garnalen en mosselen
door koking en inzouting of de zogenaamde panharing door inzuuring verzend en
verkoopbaar zoude kunnen maken en daardoor aan die producten meerdere waarde
zoude kunnen geven, en 4e- In zooverre men de grovere deelen welk na de lijm
en traankokerij overblijven voordeelig zoude kunnen gebruiken tot bemesting van
gronden in navolging van de bemesting met het gruis van dierlijke beenderen?
Indiener A. van Beek (inv.nr. 98, nr. 209).
Conceptprijsvraag 263
Daar de ondervinding geleerd heeft dat de stad Middelburg bij buitengewoon
hooge vloeden niet genoegzaam tegen overstrooming beveiligd is; daar dit bij ieder
springtij in den winter, aanhoudende en welligt kostbare voorzorgen noodzakelijk
maakt; daar er intusschen, hetzij door het rugsgewijze ophoogen van den grond bijv.
tusschen de boomen en de kaden, hetzij door eenig muurwerk, hetzij op andere
wijzen, voorzorgen uittedenken zouden zijn, welke vooral deze stad voor gevaar ten
dezen zouden beveiligen, zoo vraagt het Genootschap: Welke zijn de beste, uitvoer-
baarste en goedkoopste middelen om de stad Middelburg eens vooral voor gevaar
van overstrooming te beveiligen?- hierbij in acht nemende het gemak der schepen
in het laden en lossen.
Indiener S. de Wind (inv.nr. 98, nr. 211).
Conceptprijsvraag 264
Daar er in zoo vele landen tot het in beweging brengen van fabrijkmatigen arbeid
een zoo kragtig en onkostbaar gebruik van het stroomend water wordt gemaakt, en
men in Zeeland door vloed en ebbe zoo zeer in de gelegenheid schijnt te zijn om
van die kragt gebruik te maken, zoo wordt gevraagd, wat is de vermoedelijke rede
waarom dat gebruik zich tot nog toe alhier tot eenige weinige koornmolens bepaald
en in hoeverre zoude hetzelve met goed gevolg tot andere fabrijken kunnen worden
uitgestrekt, alsmede op welke meest voordeelige en onkostbare wijze zoude dit kun
nen geschieden, en welk verband zoude er waarschijnelijk tusschen de kosten zoo
van aanleg als onderhoud en de daarmede uit te oefenen kragt bestaan.
Indiener J. Snouck Hurgronje (inv.nr. 98, nr. 213).