PRIJSVRAGEN
233
Conceptprijsvraag 285
Voor welke volksvermaken is de geaardheid van het Nederlandsche volk het meest
vatbaar. Zijn dezelve ook geschikt om het nationaal character te vormen, en hoeverre
verdienen dezelve uit dien hoofde door het bestuur te worden aangemoedigd?
Indiener Z. Paspoort (inv.nr. 98, nr. 237).
Conceptprijsvraag 286
Is er eenige gegronde reden uit te denken, waarom de eigene of groote zeehandel,
zich nimmer op den duur in Middelburg, zoo als in Rotterdam en Amsterdam heeft
kunnen vestigen, en men zich (behalve de vast bepaalde retouren der Oost en West-
Indische Compagnien) meestal bij de vrachtvaart voor anderen heeft moeten bepalen
en bestaat er eenige mogelijkheid, om zoo ja, deze redenen weg te nemen?
Indiener P. Pous (inv.nr. 98, nr. 239).
Conceptprijsvraag 287
In hoeverre en tot welke diepte kent men met genoegzame zekerheid, de gesteldheid
van den grond van Zeeland, en wat mag men uit hetgeen men van de gesteldheid
van den grond in de aangrenzende landstreken op eene grootere diepte meet, ten
dien aanzien omtrent Zeeland besluiten? En bestaan er afdoende redenen uit den
aard van den grond ontleend, welke het boren van zoogenoemde artesische bron
welputten in Zeeland reeds a priori als eene ongerijmde onderneming moeten doen
beschouwen?
Indiener S. de Wind (inv.nr. 98, nr. 240).
Conceptprijsvraag 288
Daar de Zeeuwsche kroniekschrijver Johan Reijgersbergen zich dikwijls beroept op
schrijvers, welke of geheel onbekend schijnen te zijn, of welker werken door Reij
gersbergen bedoeld tot dus verre met geene genoegzame zekerheid zijn aangewezen
waartoe welligt of de verkeerde aanhalingen van Reijgersbergen zelf, of drukfeilen
in de eerste uitgave van 1551 mede gewerkt hebben, zoo vraagt het Genootschap:
Een berigt omtrent het leven en de geschriften van Thomas ab Anthiopaco, Corne
lius Agrippa, Aloijsius Petrus Alvarez, Hugo Bruijs, Johannes Borssalius, Cornelis
Battus, Hermolaus Barbarus, Franciscus Bonatus of Bonadus, Hadrianus Cordalus,
Boethius Dathius, Golfridus, Lodromus, Paulus a Mittelburs, Ptolemaeus Napo-
litanus, Hermanus Polianus, Ambrosius Retrus, Georgius Sabinus, Sigisbertus,
Henricus Steenhouwer, Petrus de Suijsia, Vertamannus, en Johannes Zeneven. Het
Genootschap geeft met opzet hier de namen op, gelijk dezelve in de onderschei
dene uitgaven van Reijgersbergens Kronijk ten deele blijkbaar gebrekkig opgegeven
zijn en verlangt aangewezen te zien in welker voege ten aanzien van sommigen de
tekst van den kronijkschrijver behoort te worden verbeterd. Daar sommige der
bovenstaande schrijvers bekend zijn en hun leven reeds door anderen beschreven is,
verlangt het Genootschap ten hunnen opzigte voornamelijk de aanwijzing van het
door Reijgersbergen bedoelde geschrift.
Indiener S. de Wind (inv.nr. 98, nr. 241).