1841
236
PRIJSVRAGEN
maar kan het zijn, voor eenen onbepaalde tijd, andermaal opgehangen nu hij en
Reuven niet meer zijn, vindt misschien de een of ander, die zich met deze heeren
niet meten durfde, opgewektheid om zijne krachten te beproeven- Zoo lang de
heeren Verheije van Citters en Lambrechtsen in leven waren, waagde ik zelf niet om
mede te dingen naar de beide uitgeloofde medailles over de oude aardrijkskundige
gesteldheid van Zeeland en Zeeuwsch Vlaanderen. Thans evenwel is mijn geschrijf
waardig gekeurd eene plaats te ontvangen onder de werken, welke het Genootschap
uitgeeft, en zou hetzelve als proeve van beantwoording al voor jaren zijn ingediend te
worden. Het kan anderen even zoo gaan. Het getal der onderzoekers der Noordsche
en vaderlandsche oudheden vermindert toch niet, maar vermeerdert ook door de
bemoeijingen der Maatschappij van Letterkunde.
Indiener J. ab Utrecht Dresselhuis (inv.nr. 98, nr. 255).
Opmerkingen Dit concept is in 1845 uitgeschreven als prijsvraag 109. De tekst
wijkt echter af.
Conceptprijsvraag 3 00
Daar de heer N. Westendorp in zijne verhandeling over het oud Romeinsch let
terschrift (Werken der Maatschappij der Nederl. Letterkunde D.III.2.1824) het
gevoelen heeft voorgestaan dat men in sommige werken op grafsteenen, wapen
schilden, enz. in ons vaderland runen zoude aantreffen, en daar zulks door den
heer W. Grimm in zijn opstel Zur Literatur der Runen (Wienër Jahrb. der Liter.
D. XLIII) sterk is ontkend, verlangt het Genootschap dit gevoelen op letter- en
geschiedkundige gronden onderzocht te zien, dat daar door over het karakter, de
beteekenis, de afkomst, den oorsprong en de oudheid dier werken licht verspreid
worde, en derzelven belang blijke.
Indiener P. J. Uijlenbroek (inv.nr. 98, nr. 257).
Conceptprijsvraag 301
Daar uit eene naauwkeurige vergelijking der oude steenen werktuigen, vooral wape
nen, in onderscheidene landen gevonden, ophelderingen schijnen verwacht te mogen
worden voor de aloude volken, van spreiding en den trap hunner beschaving, zoo
verlangt het Genootschap: Eene naauwkeurige opgaaf der oude steenen werktui
gen, (b.v. aksen, wiggen, pijlspitsen, messen) op Nederlandschen bodem gevonden;
eene vergelijking van dezelve met soortgelijke, buiten Nederland ontdekte, of nog
bij vreemde volken in gebruik; een onderzoek naar het gebruik, de afkomst en den
ouderdom der in Nederland gevondene, en een verslag van de daar over door de
geleerden geopperde gevoelens.
Indiener P. J. Uijlenbroek (inv.nr. 98, nr. 258).
Conceptprijsvraag 302
Eene, zooveel mogelijk, volledige opgaaf der Frankische en Noordsche munten in
de Nederlanden gevonden.
Indiener P. J. Uijlenbroek (inv.nr. 98, nr. 259).