240
PRIJSVRAGEN
Conceptprijsvraag 317
Ik zou het van belang vinden dat Zeeland een aanvang maakte met hetgeen ik hoop
dat eenmaal voor de Nederlandsche taal, en geschiedenis, op grooter schaal en meer
algemeen zal plaats hebben: eene opzettelijke nasporing van den zamenhang, die
er is tusschen de Nederlandsche dialecten en derzelver onderlinge begrenzingen en
vertakkingen en- de geschiedenis van Nederland met betrekking tot de verschillende
volkstammen, die het bewoond hebben; als waarvoor de naauwkeurige kennis der
verschillende dialecten en derzelver onderlinge afwijking en ineenvloeijing niet on
belangrijke resultaten schijnt te zullen kunnen leveren. Mijn conceptprijsvraag zou
dus neerkomen op: 'Eene naauwkeurige kenschetsing van het taaleigen, hetwelk
op de verschillende Zeeuwsche eilanden, of in verschillende gedeelten van Zeeland
heerscht; eene geographische aanwijzing der grenzen, waar zij elkander aanraken
of of in elkander overgaan; een onderzoek naar de betrekking in welke zij staan
tot de dialecten der aan Zeeland naast grenzende gedeelten van Holland, Braband
en Vlaanderen; en eene uiteenzetting der resultaten welke hieruit mogen worden
afgeleid ten aanzien der verwantschap van Zeelands oorspronkelijke bevolking met
die der naburige gewesten'.
Indiener N.C. Kist (inv.nr. 99, nr. 16).
Conceptprijsvraag 318
Eene beknopte geschiedenis van de studie der classieke oudheid van het herleven
derzelve in Italië tot op onzen tijd.
Indiener H. Polman Kruseman (inv.nr. 99, nr. 17).
Conceptprijsvraag 319
Daar de meeste oude gebouwen in Zeeland opgetrokken zijn uit steenen, hier ter
plaatse gebakken, en alsnog onder den naam van Zeeuwsche moppen bekend;- Zoo
vraagt het Genootschap: waarom worden er tegenwoordig in Zeeland geene bak-
steenen meer vervaardigd? Zie bijvoorbeeld Mieris Charterb. IVe dl. bl. 15: Aldaar
was in 1405 eene plaats genaamd Tichelrijemeet, zijnde 'eene weide waaruit men
den steen wan, dair die kerckTer Tholen mede gemaickt was'.
Indiener S. de Wind (inv.nr. 99, nr. 9).
Conceptprijsvraag 320
Wordt gevraagd: Welke is de toestand van het armenwezen hier te lande? Welke
resultaten zijn van de tegenwoordige veelvuldige inrigtingen, zoowel op zich zelve,
als voornamelijk in verband met elkander beschouwd te verwachten? En wat is tot
verbetering van het armenwezen nog te doen?
Indiener A.M. Cramer (inv.nr. 99, nr. 22).
Conceptprijsvraag 321
Men verlangt eene anthropologische beschrijving van het Zeeuwsche volk, bepaalde
lijk opgehelderd door het onderzoek van schedels van onverbasterde landbewoners
met die van andere nationale schedels van germaansche stammen vergeleken.
Indiener J. van der Hoeven (inv.nr. 99, nr. 24).