246 PRIJSVRAGEN De zorg voor de beveiliging van de Stranden en Duinen behoort in Zeeland tot de belangrijkste zaken (73) Deo et Patriae [Voor God en Vaderland] (25) Desperat tractata [De behandelde geeft de moed op] (33) Die niet werkt zal niet eeten (10) Dit is het noodlot van den droeven onderdaan (33) Dit dient ten nutte van het strand; Behoud voor zeedijk, slik en zand (4,5) Door bijgeloof en eigenbaat, blijft menig oud gebruik in staat (21) Door schade wordt men wijs (82) r) ayóntri [de Liefde] (80) 'Eav f|<; ®iA.opa0ij<;, éar| Kal Jtokt)pa0r|i; [Wanneer je van leren houdt, zul je ook van vele dingen kennis hebben] (12) Ecce Levis summo [Kijk, licht, over de oppervlakte van het water] (75) Een bedenckelyck dingh voor vrye volkeren, van niet licht haere onderlinge afgunstigheeden soo verre plaetse te geeven, van in tweespalt uit te spatten, die selden anders dan met verkortinge van de vryheydt en verderf van landt en luyden kan nedergeleydt werden (67) Een edele drift doet thans uw boezem gloeien! De liefde, voor 't belang van 't lieve Vaderland (27) Een iegelijk zij in zijn gemoed ten vollen zeker (80) Een krankbezoeker, zal hij menschen stichten (25) Een uit veelen (50) Eenvoudigheid is het zegel der Waarheid (82) Een wijze heeft zich 't gesnap van 't grauw niet aan te trekken, Wijl onschuld en verdienst hem tot een muur verstrekken (21) Est quodam (3) Experientia docet [Ervaring is een leermeester] (2) Experientia est magistra rerum [Ervaring is de leermeesteres over alle dingen] (31) Experientia rerum magistra [Ervaring is de leermeesteres over alle dingen] (70) Experientia rerum optima magistra [Ervaring is de beste leermeesteres over alle dingen] (48a) Ex vero, falsum, vel contrahaud nascitur [Uit het ware kan het onware niet ontstaan en evenmin uit het onware het ware] (3) Felicem qui istajam novit [Gelukkig hij die die dingen al weet] (84) Felix quipotuit rerum cognoscere causas [Gelukkig hij die de oorzaken van de dingen heeft kun nen leren kennen] (22,31) Gebroken paal geen zeewerk schraagt, nieuw welgesteld die last die draagt (50) Geen vuige eigenbaat bestuurde mijne hand, maar 't heil mijns evenmenschs en 't heil van 't Vaderland (54) Geh alle Zeiten durch, so lehrt dich die Geschicht, dass nur der Ignorant von Kunst ganz höhnisch spricht (20) Geheel Israël zal zalig worden (87) Gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade (77) Haec demum sunt, quae ipse de hoc morbo sentio, quae non mihi subgessitphantasiae imaginatricis temeritas sedphaenomenapractica docuereSijdenham [Dit zijn tenslotte de dingen die ikzelf van deze ziekte vind, die mij niet worden ingegeven door de driestheid van een rijke fantasie maar door de verschijnselen in de praktijk] (18)

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 248