F.M. WIBAUT 23 Wibaut reisde naar Rusland, aanvankelijk alleen naar Riga of Sint-Petersburg, later ook naar Zuid-Rusland, de Oekraïne en Odessa. Vaak was hij dan twee of drie maanden achtereen van huis weg. Tussen 1879 en 1885 reisde hij ieder najaar naar de Balkan (Slavonië), in 1894 en 1896 nog tweemaal naar Noord-Amerika. Voor de Europese handelscontacten deed hij onder meer Hamburg, Bremen, Parijs en Le Havre aan. Verder verbleef hij regelmatig maandelijks een paar dagen in Londen en was hij elke week een dag in Brussel en, zolang hij nog in Middelburg woonde, een dag in Amsterdam.44 Wibaut was een begenadigd zakenman. Zijn grootste uitdaging lag in de innova tie van het handelsbedrijf. Hij zocht naar nieuwe wegen voor de houthandel, door bijvoorbeeld reeds gezaagd hout uit het buitenland aan te voeren. Dat trachtte hij zo goedkoop mogelijk te doen, totdat andere houthandelaren het ook ontdekten en het voordeel er vanaf ging. 45 Ook de introductie van nieuwe houtsoorten moet in het licht van het streven naar innovatie worden gezien. Dit alles vormde de aanzet tot de expansie van het bedrijf vanaf 1884. Daarbij waren Wibauts handelsrelaties met leveranciers en afnemers van doorslaggevend belang, reden om ze hieronder uitvoerig te behandelen. Inkoop Enkele handelslij nen waren al uitgezet toen Wibaut zich ging bezighouden met de inkoop van hout. Begin jaren zeventig, toen de firma Alberts nog maar net bestond, handelde zij veel op de lokale en regionale markt. Uit de eigen omgeving betrok de houthandel iepenhout. Het iepenhout uit Zeeland (in deze provincie olmenhout genoemd) had een goede reputatie. De bomen werden van particuliere eigenaren in Zeeland gekocht en met tjalken naar Middelburg vervoerd. In latere jaren kon het ook om grotere partijen gaan, die veelal samen met anderen werden ingekocht. Vooral met de Middelburgse houthandelsfirma De Broekert Co. en met W. Broekhoven te Kloetinge werd heel wat iepenhout aangekocht. Incidenteel waren ook anderen daarbij betrokken, bijvoorbeeld in 1903 toen de NV Houthandel samen met De Broekert en twee handelaren uit Delft en Ouderkerk 793 bomen kocht, meest olmen, maar ook essen en linden, afkomstig van een dijk onder Woensdrecht. Met de transactie was een totaalbedrag gemoeid van 13.537,181/Z Het ging lang niet altijd om zulke enorme partijen. Met Broekhoven werden in 1906 kleinere partijen aangekocht van bomen uit Kwadendamme, Baarsdorp, Wilhelminadorp, Wemel- dinge, Middelburg, Kamperland en 's-Heer Arendskerke. Met De Broekert werd in januari 1906 een partij bomen van de gemeente Vlissingen gekocht, in november van dat jaar vier olmen die op DerBoede stonden en in maart 1907 een partij bomen van het Kroondomein Oranjezon.46 Naast zijn Zeeuwse relaties had houthandel Alberts connecties met handelaren uit de vermaarde Nederlandse houthandelscentra. Daaronder bevond zich natuurlijk Zaandam, hoewel dit centrum in de houthandel in die tijd aardig op zijn retour was. Veel relaties had Alberts in Dordrecht, waar vanouds de handel in hout vanuit Duitsland, dat in grote vlotten de Rijn afzakte, geconcentreerd was. Maar ook in Rotterdam en Amsterdam waren kooplieden gevestigd met wie Alberts in de be ginperiode contacten onderhield. Uit deze tijd stammen de eerste transacties met handelsbedrijven waarmee men decennialang zaken zou doen: Bontekoning Aukes (vanaf maart 1874) en Ambagtsheer Van der Meulen (vanaf mei 1875), beide

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 25