Prijsvragen die niet de gewone weg volgden Tegenvallende resultaten en de oorzaken daarvan 78 PRIJSVRAGEN francs. Een gedeelte van de antwoorden moest ingestuurd zijn voor 1 mei 1811, een tweede gedeelte voor 1 mei 1812 en de rest voor 1 mei 1813. De beoordeling zou plaatsvinden in de Algemene Vergaderingen die in de maand juli zouden worden gehouden. Het vreemde is dat er in 1811 en 1812 geen Algemene Vergaderingen geweest zijn en in het verslag van de vergadering van 1813 met geen woord over de Franse prijsvragen wordt gerept. Vanaf de oprichting in 1769 tot en met 1857 zijn door het Zeeuws Genootschap in totaal 129 prijsvragen uitgeschreven.36 Hiervan zijn er slechts 41 bekroond, welke daarna doorgaans ook werden gepubliceerd. Soms was er echter iets bijzonders aan de hand. Voor antwoorden op een vraag uit 1786 over de ziekten van negers in de Neder landse koloniën werden in 1789 twee zilveren medailles uitgereikt 'ter aanmoediging'. Na de verlenging van de vraag behaalde een van de inzenders (Ph. Fermin) voor de tweede maal zilver; toch werd zijn antwoord niet gedrukt.37 Hetzelfde gebeurde met het bekroonde antwoord op een prijsvraag uit 1793 over het uithalen van afgebroken palen bij paalhoofden op het strand: ondanks de door J. Timmerman gewonnen zilveren medaille is zijn antwoord nimmer in druk verschenen.38 Een prijsvraag uit 1837 waarin een verslag over de daden van de Zeeuwen tijdens de opstand tegen Spanje werd gevraagd, is ook niet door het Genootschap gepubliceerd. Wel kreeg de auteur, dominee E.B. Swalue uit Goes, een zilveren medaille of naar keuze 'eenig belangrijk boekgeschenk, met vrijlating om zijn verhandeling op eigen naam uit te geven'. Bovendien droeg het Genootschap tachtig gulden bij in de drukkosten.39 Een prijsvraag uit 1848 over de vraag waarom er meer jongens dan meisjes ge boren worden, is door de auteur (L. Janse Bz.) eveneens zelf uitgegeven. Aan zijn verhandeling was een gouden medaille toegekend, echter niet als prijs 'wegens de volkomene beantwoording der vraag, maar als erkenningsblijk van het hoogst ver dienstelijke zijns arbeids'.40 De vijfde en laatste met goud bekroonde doch niet door het Genootschap gepubliceerde prijsverhandeling was het antwoord van A.A. Fokker op de prijsvraag over ziekten in de provincie Zeeland uit 1857. Zijn antwoord is wellicht in bewerking verschenen.41 Ook het omgekeerde kwam wel eens voor: een antwoord dat geen medaille opleverde, maar dat toch door het Genootschap werd gepubliceerd. Zoals het antwoord op een vraag uit 1801 over de godin Burorina, welke vraag anoniem was beantwoord. Een prijspenning kon daardoor niet worden uitgereikt, het antwoord echter wel gedrukt.42 In de loop der jaren worden minder antwoorden bekroond en de publicatie van bekroonde antwoorden laat steeds langer op zich wachten. In de Nieuwe Verhande lingen van 1835 vinden we bijvoorbeeld nog prijsantwoorden op vragen uit 1811 en 1816, en in de Nieuwe Werken van 1845 verschijnt een prijsverhandeling als reactie op een vraag die in 1834 was uitgeschreven. Na 1845 tenslotte worden geen prijsantwoorden meer gepubliceerd. In 1857 worden voor de laatste keer prijsvragen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 80