KOSTELYCKE WAREN
15
leynen die der coemen van mij souden coemen' zijn 'een groot abuis'. Er is gewoon
op dit moment niet aan te komen. Alleen in Amsterdam is nog porselein te koop,
maar het komt hem nu even niet gelegen daar heen te gaan.
Vlak voor de VOC-veilingen berichten veel correspondenten over de aanstaan
de verkopingen. Data en te veilen goederen worden zo snel mogelijk doorgegeven,
zodat er bij een eventuele opdracht genoeg tijd is om de handelswaar nauwkeurig
te inspecteren. In de marge van een brief van 11 november 1655 aan Matthijs
Musson krabbelt Baudouin Mattheus bijvoorbeeld nog snel even een lijstje van de
goederen die over enkele dagen geveild zullen worden: naast specerijen en hout
soorten ook robbevellen, diverse soorten zijden en katoenen stoffen, 'gesteke
[doorgestikte] dekens' en 'Japanse rocken' (kledingstuk, door mannen veel gedra
gen als 'huisjas').41 Twee dagen later staat dezelfde mededeling in een brief van
Michiel Donkers, die er nog aan toe voegt dat de WIC op 19 november een par
tij gommelak verkoopt.42 Een enkele keer treedt er vertraging in de berichtgeving
op en komt een order te laat binnen, zoals in augustus 1664 wanneer Michiel
Donkers Mussons bestelling voor galnoten pas een dag na de veiling ontvangt.13
Berichten over andere openbare verkopingen worden eveneens doorgegeven. De
in Lillo gevestigde koopman Rennerus bericht op 11 november 1673 bijvoorbeeld
Musson over de 'seer uytnemenden rare wonderwercken en rariteyten' die twee
dagen later in Vlissingen geveild zullen worden en sluit bij zijn brief een biljet met
gegevens in.44 Rennerus, die net in Vlissingen is geweest en alles met eigen ogen
heeft aanschouwd, twijfelt er niet aan of er zijn op deze veiling goede zaken te
doen. Hij heeft in elk geval zijn ogen uitgekeken en is zwaar onder de indruk van
de aangeboden waren, waaronder een aantal zeer grote zilveren en gouden pen
ningen en medailles.
In hun brieven geven de Middelburgse correspondenten ook informatie over
actuele gebeurtenissen en politieke zaken. Berichten over kapingen en strandingen
van schepen, pogingen de lading van gezonken schepen te bergen, het verloop van
vredesonderhandelingen of het laatste nieuws over oorlogshandelingen zijn steeds
weer tussen gegevens over geldtransacties, aankopen en het afzenden van goederen
te vinden. Soms slordig in de marge gekrabbeld, zoals in een brief van Pieter
Sandra aan de firma de Bruyne op 5 september 1652.45 In Middelburg is net de
tijding binnengekomen dat Michiel de Ruyter met 35 a 36 schepen slaags geraakt
is met de Engelsen en Sandra geeft door dat gezegd wordt dat De Ruyter 'een Ingel
schip met 48 stucken en een met 40 stucken in den gront geschooten heeft ende
een brander in brant geschoten en alsoo den avont viel hebben de bataille tot san-
derdaechs wt gestelt, maer sanderdaechs was asqui gaen loopen en was 3 a 4 mil
ten boven de wint van de ruyter; ende de ruyter heeft hem gevolcht. Men seght
heden de ruyter asquit in voute soude geslagen hebben, maar geen sekerheid. De
heere geve het waer mach wesen!'. Twee maanden later bericht hij De Bruyne op
dezelfde wijze dat schipper Pieter de Keyser van Oostende met een schip vol zilver
zo dadelijk binnen zal lopen. De Keyser die door de harde wind Oostende niet
kon bezeilen, heeft dankzij de hulp van een Veerse kaper de Zeeuwse rede geluk
kig wel kunnen bereiken. Schipper de Vor uit hetzelfde konvooi is 'Godsloff' in
Duinkerken binnengelopen. Het lot van de overige zeven schepen die door de
harde wind ter hoogte van Wight uit elkaar gedreven zijn, is echter nog ongewis.
Dergelijke berichten in de marge van handelscorrespondentie behelzen steeds het