18
KOSTELYCKE WAREN
Afbeelding 5. De koopmansbeurs te Middelburg aan het eind van de zeventiende eeuw. ZA,
KZGW, Zei. 111. 11-434.
'rocken', een stuk 'nopkens' ter waarde van 6 en voor 5 vlaams aan 'beeldekens'
naar Middelburg.52 Niet alles wordt altijd verkocht. Soms worden goederen na
enige tijd weer teruggezonden omdat zij onverkoopbaar blijken, zoals ondermeer
blijkt uit de afrekening van een onbekende Middelburgse koopman met Melchior
Forchondt.53 Houten kofferkens, vogelkooien, bekers, ebbenhouten kruizen, spin
newielen, een 'penne met een kinneken in de wyeghe' en een aantal schilderijen
worden als onverkoopbaar goed teruggestuurd naar Antwerpen. Vooral de goed
kopere schilderijen blijken in dit geval winkeldochters: 'banketkens' tot 18 stui
vers, 'vogelkens' van 9 stuivers en diverse 'meykens met pottekens' ter waarde van
12 stuivers behoren tot de geretourneerde waren.
Andere goederen blijken daarentegen bijzonder populair. In de jaren dertig en
veertig zijn vooral de Antwerpse clavecimbels in trek. Deze muziekinstrumenten
met hun met exotische houtsoorten ingelegde klankkasten en beschilderde deksels
worden in groten getale naar de Republiek geëxporteerd: in 1640 worden in Lillo
elf clavecimbels en vier 'cassen met claversingel' met bestemming Middelburg
genoteerd, zeven clavecimbels en zes 'cassen met claversingel' met bestemming
Amsterdam en zeven clavecimbels en zes 'cassen met claversingel' met bestemming
Rotterdam. Daarnaast worden dat jaar via Lillo instrumenten naar Bergen,
Dordrecht, Haarlem en Den Haag verscheept. Ook 'abastwerk' doet het in deze
jaren goed; een productomschrijving die niet duidelijk maakt of het hier om
beeldhouwwerk of op albast aangebrachte schilderingen gaat. Glaswerk, wandta
pijten, goudleer, allerhande kleine kramerij en meubels in alle maten en soorten
zijn eveneens in de tolregisters terug te vinden, evenals vele tientallen boeken.
Soms neemt de import van bepaalde producten zodanige proporties aan dat de
Middelburgse handwerkslieden zich economisch bedreigd voelen, zoals goudleer
maker Jan Hasenberg in 1676. Goudleer, dat gedurende de zeventiende eeuw in
toenemende mate in woonhuizen als wandbekleding aan de muur wordt
bevestigd, vindt vanaf 1635 gretig aftrek bij de Middelburgse burgerij. Sommigen
behangen zelfs meerdere vertrekken in hun woningen met dit modieuze en kost
bare materiaal.54 Een deel hiervan is uit Antwerpen en andere Vlaamse steden
afkomstig. Ingepakt in 'cassen' en 'packen' passeert goudleer regelmatig de tol bij