Gevaarlijke tijden
22
KOSTELYCKE WAREN
te rollen ende soo op Middelburgh aen Gaspar Adrianssens te senden'.73 Niet alles
gaat naar Spanje, soms gaat de handel via Middelburg naar Engeland of Frankrijk,
een enkele keer zelfs naar Amsterdam.
De omvang van de handel op het zuiden via Middelburg is duidelijk persoons
gebonden. Zolang Cornelis Balleur in Middelburg actief is, is er sprake van grote
zendingen luxegoederen van de firma Musson via de Zeeuwse rede. Wanneer
Balleur in 1663 ziek wordt, heeft dat direct gevolgen voor de handel. In diverse
brieven van en aan de firma Musson komt de gezondheidstoestand van Balleur aan
de orde.74 Hij kampt met 'groete pijne in sijn hooft' en de Spaanse factoren
Roelant van Kessel en Heyndrick Simons wordt op 15 mei 1553 bericht dat nieu
we zendingen even op zich zullen laten wachten. Ook Mussons Parijse correspon
dent, Jean Picart wordt hiervan op de hoogte gesteld.
In de turbulente zeventiende eeuw is juist voor de doorvoerhandel goede infor
matie over het verloop van oorlogshandelingen, de betrouwbaarheid van schip
pers, de kwaliteit van konvooien en de veranderingen in het weerbeeld van belang.
Aan het weer kan men weinig doen: 'want daer gheenen Oosten wint en waeyt,
soo moet uwe edele paesinse hebben'.75 'Contrarie' winden kunnen het vertrek
wekenlang uitstellen, zoals bij een zending tapisserie van de firma van Colen met
bestemming Londen, die van half juli tot eind augustus 1657 in Middelburg blijft
liggen.76 Ook de vaak strenge winters zorgen ervoor dat de handel in december,
januari en februari regelmatig met problemen kampt.
Om ellende door kapingen en oorlogshandelingen te voorkomen, is het aan te
raden de lading over verschillende schepen te verdelen en te wachten op een goed
konvooi. 'Alsoo hetzelve soo den vyandt comt het spits moet afbijten en geobli-
geert is te slaen ende de coopvaerdij schepen altijt moghen vluchten', schrijft Justo
Forchondt in september 1674 aan zijn ouders in Antwerpen.77 Tezamen met zijn
broer Gilliam wacht hij in Middelburg op een schip naar Cadiz en neemt hij
ondertussen de gelegenheid waar om enkele pakken lijwaet die op verzending lig
gen te wachten zo veilig mogelijk te versturen. Hij meldt zijn vader dat hij de zen
ding in kleinere porties heeft verdeeld en dat hij deze in drie verschillende schepen
heeft laten laden: de Profeet Samuel, de Rijdende Jager en het Vliegend Ree. Zodra
de wind goed is, zullen deze schepen onder begeleiding van konvooischepen naar
Cadiz vertrekken. Voor henzelf heeft hij nog geen scheepsplek kunnen vinden.
Terwijl Gilliam die middag een blok ebbenhout gaat bekijken, zal hij naar
Vlissingen gaan om een en ander te regelen. In zijn volgende brief schrijft hij dat
het nog steeds niet gelukt is een plaats te vinden, ook bleek het ebbenhout te duur.
Men vroeg wel 40 gulden per 100 pond! Nu de broers zo lang in Middelburg moe
ten verblijven, raken zij door hun geld heen. Justo's brief eindigt dan ook met het
verzoek extra geld te sturen.
Soms wordt de verzending van goederen zo goed als stopgezet en worden alle
orders aangehouden, zoals tijdens de Eerste Engelse Oorlog in mei 1665. Musson
beschrijft in een brief aan zijn agent in Spanje de onenigheid onder de Hollanders
na de slag bij Lowestoft en vindt het risico voorlopig te groot: 'soo dat nu gelove