24
KOSTELYCKE WAREN
is blijkbaar een lucratieve zaak, maar succes sterk afhankelijk van degene aan wie
men de handelswaar meegeeft. De 23 stukken kant die Guillaume Forchondt op
1 oktober 1668 zonder in Lillo tol te betalen naar zijn Middelburgse 'cousijn'
Guillielmo de Grijse stuurt, geeft hij in handen van een Antwerpse schipper die
niet erg bedreven blijkt in dergelijke praktijken. De smokkelpoging wordt ont
dekt, het kant geconfisqueerd en De Grijse, die de affaire met de Zeeuwse
Admiraliteit af moet handelen, vraagt zich verbijsterd af waarom zijn neef in dit
geval geen Middelburgse schipper heeft uitgekozen. Die kennen immers het klap
pen van de zweep wel!81
Soms komt een zending uit Antwerpen te laat en moet de handelswaar in
Middelburg op een nieuw schip wachten.82 Onverwachte acties van bestuurders
kunnen ook acute problemen veroorzaken. Een lading van de firma van Colen op
Cadiz loopt in juli 1657 vertraging op, omdat de scheepvaart op Frankrijk uit
onvrede over het verloop van vredesonderhandelingen opeens wordt stilgelegd.83
Een klein jaar later laat de panische reactie van Matthijs Musson op het in Brussel
genomen besluit plakkaten tegen de Engelsen uit te vaardigen zich goed aflezen uit
zijn brief aan Michiel Donkers.84 Het op 19 januari aan hem verzonden 'costelick'
met schildpad ingelegde scribaan met bestemming Engeland mag absoluut niet
verzonden worden. Mocht het al zijn geladen maar het schip nog niet zijn ver
trokken, dan moet het direct worden opgehaald! Het scribaan is te waardevol om
het op dit gevaarlijke moment zee te laten kiezen. Donkers mag gezien de vandaag
(10 maart 1658) uitgevaardigde plakkaten voorlopig niets namens Musson ver
zenden, niet naar Cadiz en helemaal niet naar Engeland! Of deze berichten
Donkers nog op tijd bereikt hebben, is helaas niet meer te achterhalen.
Het zijn dergelijke details in de honderden bewaarde koopmansbrieven die teza
men met de Zeeuwse tolregisters een fascinerend beeld geven van de handel tus
sen de Zeeuwse kooplieden en hun Antwerpse relaties. De dagelijkse gang van
zaken, algemeen voorkomende problemen, persoonlijke banden, pogingen tot
belastingontduiking en de noodzaak elkaar op de hoogte te houden van het laat
ste nieuws kunnen uit de in het Antwerpse archief bewaarde correspondentie wor
den afgelezen. De ellenlange lijsten van goederen die de verschillende tolkantoren
in Zeeland passeren, completeren het beeld, doordat hierin een uitstekend over
zicht gegeven wordt van de aard en de hoeveelheid van de verzonden goederen.
Hoewel de handelsstromen tussen Middelburg en Antwerpen nog lang niet geheel
in kaart zijn gebracht en factoren als oorlog, vorst, besmettelijke ziekten en het al
dan niet binnenlopen van de retourvloot de aanvoer en export van goederen sterk
blijken te beïnvloeden, is een aantal zaken volstrekt duidelijk: de handelscontac
ten tussen Antwerpen en Middelburg zijn in de zeventiende eeuw goed en inten
sief, de Antwerpse handelaren in luxegoederen maken via hun agenten gretig
gebruik van de aanvoer van exotische materialen in Zeeland en ook voor de ver
koop van hun producten weten zij de Zeeuwen te vinden.