70
BETWIST GEZAG
De confiscatie van de Don Carlos was slechts het begin van een lang en slepend
proces dat de gemoederen nog vele jaren zou bezighouden. Wat als een lokaal suc
ces kon worden beschouwd voor de Braziliaanse autoriteiten, kon gemakkelijk
teniet worden gedaan aan de diplomatieke onderhandelingstafel.
De Braziliaanse juridische procedures die op de confiscatie volgden, waren erop
gericht de maatregel van de gouverneur te verdedigen en restitutie van het schip te
voorkomen. Monteiro verdedigde zijn maatregelen in een missive aan de onder
koning in Salvador (Bahia). In de Braziliaanse hoofdstad moest het
Hooggerechtshof relagaozijn fiat geven.35 De goederen van de Don Carlos wer
den gelost, geïnventariseerd en opgeslagen in een pakhuis, dat werd bewaakt door
een sergeant en tien soldaten. Dat was geen overbodige luxe, want de lading van
de Don Carlos zou uiteindelijk de niet onaanzienlijke som van bijna 115 miljoen
reis (114:801 $715) opbrengen, evenveel als de gemiddelde jaaropbrengst van de
tiende (tien procent belasting) van de douane, de belangrijkste bron van inkom
sten in Rio de Janeiro.36 Bovendien waren al twee soldaten opgepakt, omdat zij
gestolen goederen in bezit hadden die afkomstig waren van het Zeeuwse schip.37
Pogingen om de confiscatie al in Brazilië ongedaan te maken, waren nutteloos,
omdat alleen de autoriteiten in Lissabon iets aan de confiscatie konden doen.
Gleisen wilde zo spoedig mogelijk naar Salvador afreizen, aangezien hij in de resi
dentie van de onderkoning en aan het enige hooggerechtshof van Brazilië de zaak
snel wilde oplossen.38 Hij stelde voor om met zijn zoon naar de Braziliaanse hoofd
stad te reizen. Monteiro was hierop tegen, omdat hij vreesde dat Gleisen een
poging zou doen om te ontsnappen. Hij was bovendien van mening dat het
Hooggerechtshof geen bevoegdheid had om de confiscatie van de Don Carlos
ongedaan te maken.39 Monteiro wilde zo spoedig mogelijk van de Don Carlos-zaak
verlost worden: er zaten maar liefst honderd bemanningsleden in de gevangenis en
het zou niet verstandig zijn als hij hen een jaar moest vasthouden in afwachting
van nadere orders uit Lissabon.
Verdere pogingen om bewijsmateriaal te verzamelen voor de restitutie van de
Don Carlos, werkten averechts. Gleisen had daartoe een handelaar van
Nederlandse afkomst, Pieter Folgman, voor zijn zaak weten te winnen. Folgman
was de tolk geweest bij de procedures na aankomst van de Don Carlos in Rio de
Janeiro. Hij had Gleisen geholpen bij het opstellen van petities aan de gouverneur.
Nadat Gleisen gevangen was gezet, ging Folgman naar Ilha Grande om getuigen
verklaringen op te stellen. Die moesten aantonen dat de bemanning van de Don
Carlos daar niet illegaal had gehandeld. Monteiro nam Folgman zijn acties niet in
dank af. De Nederlandse handelaar werd prompt gearresteerd en met de volgende
vloot uit Brazilië weggevoerd.40 Folgmans hulp aan het Nederlandse schip maakte
de Portugese autoriteiten alleen maar duidelijk dat de aanwezigheid van buiten
landse handelaren op Braziliaanse bodem ongewenst was.
De confiscatie van de Don Carlos was te wijten aan het niet erkennen van het
plaatselijke gezag. Omdat Gleisen de orders van Monteiro openlijk weigerde op te
volgen, was deze maatregel onvermijdelijk. Daarnaast was de verdenking van ille
gale handel op Ilha Grande een goed excuus voor confiscatie. De gouverneur van
Rio de Janeiro had hier minder directe controle over het reilen en zeilen van bui
tenlandse schepen die zich met veel handelswaren verdacht dichtbij de landroute
naar de goudmijnen bevonden. De confiscatie van de Don Carlos herstelde het