ANTI-ANNEXATIEBEWEGING 93 Afbeelding 3. Anti-annexatiebetoging in Den Haag op 3 juni 1919. Foto Zeeuws Documen tatiecentrum. re Zeeuwen een steuncomité in Hilversum opgericht, dat hand- en spandiensten verleende. Sommigen op de lijst, zoals de schrijver J. Stamperius en J. Quist, wer den veelvuldig gevraagd voor gastlezingen in hun geboortestreek. Zelfs in het verre Groningen werd een dergelijk comité opgericht. J. Roelants, de initiatiefnemer, vroeg expliciet aan Pattist welke werkzaamheden hij kon gaan verrichten.57 Maar hun inbreng en invloed viel in het niet bij dat van het zogenaamd Haags Comité. Dit comité was al in een vroeg stadium betrokken bij de anti-annexatiebewe- ging. Tijdens de grote vergadering in Schoondijke op 16 december 1918 hadden zij per telegram al hun steun toegezegd. De kern van deze groep bestond uit twee mannen. De Hullu, geboren in Cadzand, was de toenmalige rijksarchivaris in Den Haag. Hij hield er uitgesproken conservatieve gedachten op na en leed een nogal teruggetrokken bestaan. Hij bleef Zeeuws-Vlaanderen zijn hele leven een warm hart toedragen. Ook van zijn hand verscheen in 1919 een brochure: Zeeuwsch Vlaanderen door historie en volksaard Noord-Nederlandsch gebied. Hij onderhield een intensieve correspondentie met Pattist, waarin zij het wel en wee van de cam pagne bespraken. Vaak vroeg Pattist advies aan De Hullu over historische onder werpen.58 Vooral de Scheldevaart was een geliefd thema. De Hullu lijkt als een soort 'partij-ideoloog' op afstand voor de anti-annexatiebeweging gefunctioneerd te hebben. De andere persoon uit de Haagse kring was het Tweede Kamerlid jhr. ir. Robert Rudolf Lodewijk de Muralt (1871-1936). Als een van de weinigen in het neutra le Nederland had hij zich actief met de oorlog ingelaten. Tijdens een bezoek eind

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2003 | | pagina 95