TOT UYTERSTE RUINE
111
18 F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwenzijnde een vervolg op P. de la Rue, geletterd,
staatkundig en heldhaftig Zeeland (Middelburg 1893) II, 215-218. Overigens is Nagtglas
voor de eerste helft van de zeventiende eeuw zonder meer beperkt.
19 G. Edmundson, 'The Dutch in Western Guiana', English Historical Review 16 (1901)
640-675. Ibidem, 'The Dutch on the Amazon and the Negro in the Seventeenth
Century', English Historical Review 18 (1903) 642-663, met name 644-645 en 19
(1904) 1-25.
20 Goslinga, Dutch in the Caribbean, 57-59.
21 J.I. Israel, Dutch Primacy in World Trade 1585-1740 (Oxford 1989) 64, 157-158, 161.
22 J.R. Bruijn, Varend verleden. De Nederlandse oorlogsvloot in de zeventiende en achttiende
eeuw (Amsterdam/Meppel 1998) 64-65. D. Roos, Twee eeuwen varen en vechten 1550-
1750 (Vlissingen 2003) 25-29.
23 Een 'Stamboom van het geslacht De Moor, herkomstig uit Gent' bevindt zich achterin
de Kronijk van het Historisch Genootschap te Utrecht 9 (1853). Het vermoedelijke
geboortejaar van De Moor kan worden afgeleid uit een afschrift van een notariële akte
uit 1605 waarin hij verklaarde 28 jaar oud te zijn. NA SG 12551.21 (Stukken betref
fende bemoeienis van de Staten Generaal met het proces tussen Jacob van Heemskerk
en de VOC over de veroverde Portugese kraak S. Catharina
24 Bronnen tot de geschiedenis van den handel met Frankrijk, Z.W. Sneller en W.S. Unger
(ed.) I (753-1585) [Rijks Geschiedkundige Publicatiën 70] ('s-Gravenhage 1930) 558.
25 L. Eekhout, Het admiralenboek. De vlagofficieren van de Nederlandse marine 1382-1991
(Amsterdam 1992) 75. Nagtglas, Levensberichten II, 216.
26 Eekhout, Admiralenboek, 76. Nagtglas, Levensberichten II, 216-217. Th. van der Plas,
'Een Italiaans bankierszoon in de Nederlanden. Frederico Spinola en de zeeoorlog tegen
Engeland en de Republiek (1593-1603)', Belgisch Tijdschrift voor Militaire Geschiedenis
31 (1996) 81-108, aldaar 103-105.
27 In 1611 ontving Joos de Moor een eenmalige uitkering van 1.000 ter afkoop van een
door de Staten van Zeeland aan hem toegekend pensioen van 200 per jaar. De Moor
was in 1574 wegens zijn verdiensten door Willem van Oranje benoemd tot baljuw van
Middelburg. Omdat hij liever ter zee diende deed hij kort daarop afstand van de func
tie onder de belofte van betaling van pensioen. Dat geld was slechts betaald tot mei
1586. ZA Rek. C 6440 f. 108r en Joos de Moor aan de Staten van Zeeland, circa. 1589
(afschrift) GAG ASG 207.
28 De gegevens over de verrichtingen van de familie De Moor bij de admiraliteit van
Zeeland zijn grotendeels verzameld en welwillend ter beschikking gesteld door P. F.
Poortvliet te Den Helder.
29 NA AA 2453 (Res. Adm. Zeeland) 26 febr.en 24 mrt. 1618. AA 2425
(Commissiebrieven Adm. Zeeland) 1 mrt 1618. In 1609 was Jozias de Moor uitgeva
ren als vaandrig op het VOC-schip Vlissingen. NA VOC 7242, 15 sept. en 21 dec.
1609.
30 NA AA 2455 (Res. Adm. Zeeland) 14 apr. en 12 mei 1625. 'Stamboom geslacht De
Moor'.
31 NA AA 2425 (Commissiebrieven) 13 mrt. 1621.
32 NA AA 2453 (Res. Adm. Zeeland) 29 apr. 1615.
33 Voor zijn huwelijk en belijdenis GAV AHG K 531 f.4r., 4 dec. 1599 en K 481 f. 62v.,
juli 1603. Met dank aan A.C. Tramper.
34 C.A. van Woelderen, 'Lijst van baljuws, burgemeesters, schepenen, raden, pensionaris
sen, secretarissen en rentmeesters van Vlissingen', Jaarboek van het Centraal Bureau voor
Genealogie 2 (1948) 14-48, aldaar 20-21 en 24. In 1627 en 1630 was De Moor sche
pen. Ten onrechte wordt De Moor door Van Woelderen overigens aangeduid als vice-
admiraal van Zeeland; zijn grootvader.
35 Sir John Throckmorton aan Viscount Lisle, 14 dec. 1614. W.A. Shaw en G. Dyfnallt
Owen (ed.) Report on the Manuscripts of the right honourable Viscount de L'IsleV. C. pre-