437
136
DAVID HENRI G ALLAN DAT
zicht zeer wel uitzietis men dikwils maar
al te voorbaarig om een gunftige uitfpraak
te doen. Dit is eene waarheid die zelfs door
de allergeoeffendfle flaafhandelaren niet te-
gengefprooken zal worden, wyl het byna
onmogelyk isdat zy in 't vifiteeren der
flaven veel ondervinding verkregen hebben
zonder eens in 't eene of 't andere bedro
gen te zyn.
5. op de inwendige kwaaien van den neger.
Men moetzoo veel mogelyk is, onder
zoeken of de flaaf met geen inwendige ziek
ten behebt isals koortfenborstkwaalen
geelzuchtfcheurbuikverftoppingen in de
lever of in de milt enz.. Myn oogmerk is
geenzins om hier de kenteekenen van deze
kwaaien op te geven, om dat iemand, die
daar van onkundig isook onwaardig is om
de plaats van fcheeps-heelmeefter te beklee-
denmaar myn doelwit is dezelven te waar-
fchouwen om altoos op hunne hoede te zyn,
wyl de neger-kooplieden nooit zullen nala
ten om de ziekten van de Havendie zy
verkoopen willente bedekken. By voor
beeld, wanneer een flaaf aan boord gebracht
wordt om verkocht te wordenen dat hy
de koorts of eenige andere inwendige kwaa
ien heeftzal de neger-koopman zekerlyk
die ongeftalte aan de zeeziekte toefchryven,
waar aan lieden die nooit op zee zyn ge-
E e 3 weest