LO RREN DRAAI ERS 35 Afb. 6. Kaart van Calabar met het Lorrendraaiers Eiland, waar veel slaven werden verhandeld, 1698. A.E Prevost, Historische Beschryving der Reizendeel VI, s-Gravenhage 1748. Particuliere collectie. tot het inhandelen van goederen, maar kochten tevens slaven in. Veelal voor de tussenhandel. De slaven werden dan bijvoorbeeld op een later tijdstip op het eiland Sao Tomé, de Kaapverdische of Canarische Eilanden verkocht. Vooral de laatstgenoemde eilandengroep ontwikkelde zich in de zeventiende eeuw tot een belangrijk overslagcentrum voor de tussenhandel.121 Ook de Spaanse havenstad Cadiz speelde hierbij een niet onaanzienlijke rol. Naast de eerdergenoemde Nicolaas van Hoorn, was het koopmansduo Balthasar Co ij mans en Pedro van Belle daar zeer actief. Zij traden vanaf 1679 op namens het Amsterdamse han delshuis Coijmans Voet, dat in dat jaar een tfwwto-subcontract had verworven voor de slavenleveranties in Spaans West-Indië. Daarvoor had de handelsfirma onder andere slavencontracten afgesloten met de WIC en werden vanuit Cadiz schepen uitgereed voor het transport van slaven.122 Toen aan het eind van de zeventiende eeuw de vraag naar slaven zeer sterk steeg, verschoof het accent van retour- naar driehoekshandel en gingen meer en meer smokkelschepen zich toeleggen op de transatlantische slavenhandel. Deze toege nomen vraag naar slaven werd deels veroorzaakt door de toename in aantal en de uitbreiding van bestaande plantages in Zuid-Amerika en het Caribisch gebied.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2005 | | pagina 37