F.RCEPTIE EN IDENTITEIT 115 kostscholen bijvoorbeeld, die met het idee van het onbedorven platteland gaan .pelen, of zoekers naar authenticiteit die het landleven analyseren en soms ook ver red ijken. Had Zeeland in Ermerins misschien zijn Le Francq van Berkhey, de irote beschrijver van het Hollandse platteland, als ideaal van oorspronkelijke bedorvenheid? entiteit en volkscultuur recht neemt Arno Neele de zoektocht naar Zeeuwse identiteit als een van de ofdelementen in zijn onderzoeksplan op. Die zoektocht is natuurlijk een vorm :u perceptie, maar wel een die juist in de achttiende eeuw, met de opkomst van c concept van volkscultuur en de studies naar het volkskarakter, snel aan popu- l iteit won. Onnodig te zeggen dat we hier dan bijzondere aandacht zouden moe- i besteden aan twee punten. Óp de eerste plaats de invented traditions', wie naar tradities zoekt, vroeger zo goed nu, zal die ook vinden, en anders wel uitvinden. Dat uitvindingsproces is op h razend interessant, omdat het goed laat zien wat men op dat moment als pisch Zeeuws zag, maar het mag niet worden verward met de historische iden- icatie van Zeeuwse cultuur. 'p de tweede plaats de dreigende beperking van de volkscultuur tot bij uitstek ale cultuur, die gangbaar was in de late achttiende eeuw en eigenlijk tot ver in twintigste eeuw. Was dat ook in Zeeland het geval? Zo ja, dan vinden we onder schijn van één ontwikkeling er in feite twee. En tegelijk stelt dit dan de vraag ar het hoe en waarom van het onderscheid nissen volkscultuur van stad en plat- i land. Was de volkscultuur van de stad een bij uitstek aan de lokale stedelijke gemeenschap gebonden cultuur, met eigen lokale waarden en normen, houdingen verhalen, rituelen, symbolen en dialect, terwijl die van het platteland zich veel meer gewestbreed ontwikkelde? Kortom, aan de vraag naar de verhouding tussen d en platteland moet eigenlijk de subvraag worden gekoppeld of alle steden cul- r tl reel wel onder de ene noemer stad te vangen zijn. En van de weeromstuit geldt diezelfde vraag voor de dorpen en het platteland, a fortiori in Zeeland met zijn uit- ,r sproken eilandencultuur. Hoe pertinent is die tegenstelling stad-platteland dus nuit cultureel gezichtspunt? Zijn (om van sociale verschillen nog niet te spreken) ndere analytische vormen van indeling niet minstens zo belangrijk in dit speci- ke gewest? En werkt zo'n versnippering van lokale identiteiten nu juist dynami- end of verlammend? Stedelijkheid en ruraliteit 1 )e hamvraag is eigenlijk niet zozeer: waarin onderscheidt de stad zich van het platteland, maar: wat is stedelijkheid? We hoeven niet het willige slachtoffer te worden van mooie, maar gesloten en soms wat al te functionalistische theorieën over knooppunten, netwerken, centrale plaatsen e.d., die eigenlijk alleen werkbaar zijn als ze tors worden bijgesteld in functie van de lokale situatie en in wezen dus dreigen te worden ontkracht. Sociologen als A.C. Zijderveld en anderen hebben

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2006 | | pagina 117