BEZIT VAN HEERLIJKHEDEN 147
Tabel 4: Verkoop ambachtsheerlijkheden Middelburg, 1679-1680
am bachtsheerlijkheid
koper
bedrag in
Boudewijnskerke (partij) en Sint-
Janskerke (partij)
Francois Velters
60
Brigdamme
Gelein Lampsins
6000
Domburg-binnen en twee partijen
in Domburg-buiten
Ewaldus van de Perre
12775
Hoogelande (partij)
Johan Pieter van den Brande
19
Kleverskerke (drie partijen)
Johan Pieter van den Brande
2000
Middelburgsche Polder
(Nieuwland)
Catharina Verbrugge,
weduwe C.C. Elfsdijk
7020
Nieuwerkerke
Cornelis Pompe
4010
Nieuwerve
Martinus Veth
1700
Oosckapelle
Willem Lesage
10500
Oost-Souburg
Alexander de Muncq
2625
Oud-Arnemuiden (Mortiere)
Marcus de la Palma de San Fuentes
181
Poppenroedeambacht (partij)
Jacob de Kuyser
337
Poppekerke (partij)
Francois Velters
1800
Ritthem
Johan Boudaen Courten
2250
Schellach
Hendrik Boudaen Courten
2905
Sint-Laurens
Johan Boudaen Courten
3910
Wellinkwerve
Jan Francisco Velters
10
Weizin ge
Jan Francisco Velters
1000
Westkapelle-stad
Martinus Veth
13333
West-Souburg
Izaak van Pere
8100
van de heerlijkheid Domburg-binnen in 1679 greep Van de Perre hier in een klap
de volledige macht. Net als Westkapelle-stad was Domburg-binnen een belangrij
ke heerlijkheid, omdat daaraan de hoge rechtsmacht was verbonden. Van de trans
actie maakten ook twee partijen in Domburg-buiten deel uit. De partijen waren
echter niet groot genoeg om Van de Perre aan een meerderheidsbelang in deze
heerlijkheid te helpen. De andere partijen waren in handen van rivalen uit het
Middelburgse stadsbestuur. Francois Velters, gehuwd met een dochter van de ver
maarde regent Hendrik Thibaut, kocht juist in 1679 een niet onaanzienlijke par
tij van 699 gemeten in de heerlijkheid Domburg-buiten. Ten slotte valt in dit ver
band op dat, eveneens in het gewraakte jaar 1679, Daniël Fannius de helft van een
partij Domburg-buiten ter grootte van 152 gemeten aankocht. Fannius was advo
caat-fiscaal van de Admiraliteit en bewindhebber van de VOC. Hij had zich ten
tijde van de beroeringen in 1672 ontpopt als een vertrouwensman van Johan de
Witt. Zijn zoon en naamgenoot zou zich ontwikkelen tot een van de leiders van
de opstand in 1702, waarin ook Martinus Veth en Johan van Reygersberge de rol
van agitator vervulden. In het buitengebied van Domburg was op kleine schaal een
machtsstrijd ontbrand, die een afspiegeling was van hetgeen in Middelburg plaats
greep. De verhoudingen waren echter omgekeerd. Op het platteland hadden de