8 UIT VADERLANDSLIEFDE lenzen van bergkristal uit te rusten: dat materiaal was weliswaar veel harder en lastiger te bewerken, maar doorgaans wel helderder dan het toen voorhanden zijn de cristaUijn'-glas. Hoe dan ook, Lipperheys octrooiaanvraag documenteert het begin van het gebruik van de verrekijker als belangrijk wetenschappelijk, militair en zeevaart kundig instrument. Samen met de microscoop, die later uit de verrekijker is ont staan8, heeft dit instrument geleid tot een spectaculaire verschuiving van de ken nis op het gebied van wetenschap en technologie. Die zegetocht is vierhonderd jaar geleden in Zeeland begonnen. De wens om die Zeeuwse oorsprong te documenteren en zo de nagedachtenis aan de uitvinder te eren, leidde al in het midden van de zeventiende eeuw tot een aan tal naspeuringen. De stimulans daartoe ging uit van Willem Boreel, een in Middelburg geboren diplomaat, die destijds ambassadeur van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bij de Franse koning was/-' Het stoorde Boreel dat de uitvinding van de verrekijker aan de Italiaan Galileï, de Duitser Velser of aan de Allernaarder Metius werd toegeschreven. 'Uit vaderlandsliefde' wilde hij die eer toegekend zien aan zijn geboortestad Middelburg.10 Om dat te bewerkstelligen wist Boreel een bijna-naamgenoot, Pierre Borel, ertoe over te halen, na te gaan wat er in Middelburg nog bekend was over de 'ware uitvinder' van de verrekijker." Borel, die raadsheer en lijfarts van de Franse koning was, verwerkte zijn bevindin gen in een klein boekje - De Vero Telescopii Inventore - dat begin 1656 in Den Haag werd uitgegeven.12 Borel droeg het op aan de stedelijke regering van Middelburg, die hem in 1657 voor zijn inspanningen om de eer van de stad hoog te houden beloonde met een gouden penning ter waarde van vijfentwintig pon den Vlaams.15 Wonderlijk genoeg is Borels tekst nooit volledig in het Nederlands vertaald, hoe wel 'dit werkje nopens de uitvinding der verrekijkers' al vroeg is bestempeld als een van de 'authentiekste documenten' waarin over de vervaardiging van deze instru menten is geschreven.1'1 Het 400-jarig jubileum van de telescoop is daarom een mooie aanleiding om deze interessante tekst integraal in het Nederlands uit te geven, temeer daar Borels boekje een aantal verklaringen bevat waarin Zeeuwse tijdgenoten van Lipperhey en Jansen hun mening over de gebeurtenissen geven. Deze door Borel in Latijnse vertaling afgedrukte getuigenissen hebben in de negentiende eeuw geleid tot een aantal initiatieven om in Middelburg een gedenk teken voor de uitvinder(s) op te richten, welke geschiedenis we hieronder zullen verhalen, vermengd met die van de uitvinding zelve. Oral History. Borel en de in 1655 te Middelburg afgelegde getui genverklaringen De brief die Boreel begin januari 1655 aan het stadsbestuur schreef, maakt duide lijk waarom hij zich zo bij deze zaak betrokken voelde. Boreel wist niet beter of hij kende de uitvinder persoonlijk uit zijn jeugd, toen hij aan de Groenmarkt in Middelburg had gewoond. Hij herinnerde zich de persoon in kwestie als een man van geringe middelen, die een sobere winkel had, met Veel kinders, die ick daer- na noch hebbe gesien'.15 Als zijn geheugen hem niet in de steek liet, woonde de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 10