DAGBOEK 109 Inleiding Historische achtergrond De situatie is niet eenvoudig in het voorjaar van 1813. Nog sterker: het is eigen lijk nogal ingewikkeld om de militair-politieke kaart van Europa te schetsen, nadat Napoleon met het overschot van zijn Grande Armée uit Rusland was teruggekeerd. In november 1812 was het Franse leger, op weg van Moskou naar het westen, onder moeilijke omstandigheden de Berezina overgestoken. De keizer zelf kiest daarbij vervolgens de kortste en snelste route naar Frankrijk. Hij heeft haast. De Russische troepen houden immers niet halt, maar trekken Polen en Duitsland binnen. Pruisen en Zweden kiezen de zijde van Rusland. Oostenrijk verklaart zich neutraal, maar niet voor lang. De winter van 1812-1813 gebruikt Napoleon voor het hergroeperen van wat hem aan bruikbare troepen overgebleven is en voor het weer op sterkte brengen van zijn leger met nieuwe lichtingen militairen, als ook voor de reorganisatie van de logistiek. Het lukt hem met nieuwe lichtingen, met ouderen en dankzij het over lopen van de Pruisische generaal York met zijn leger een nieuwe armee te mobili seren van 330.000 man. Met ongeveer 400.000 man begint hij aan de Duitse veldtocht, de campagne dAllemagne. Daarvan zullen er alleen al in de slag bij Leipzig in oktober 1813 20.000 omkomen. Maar ook de andere veldslagen eisen een enorme tol. Uiteindelijk zullen slechts 60.000 man achter de Rijn terugkeren. Behalve het krijgsgeweld zijn het ziektes als tyfus en dysenterie, die velen doen sterven - in die tijd werd fysieke ellende samengevat met de term legerpest. Ook werden er uiteraard duizenden krijgsgevangen gemaakt. Het opbouwen van een nieuw leger in de winter en het vroege voorjaar van 1813 leidt rot het lichten van vele jonge mannen, ook in de departementen ten zuiden en ten noorden van de Schelde. Het ontbreken van allerlei onderdelen van een nieuwe Grande Armée eist harde en soms onorthodoxe maatregelen en decreten. Zo ontbreekt het Napoleon aan voldoende cavalerie. Daarop besluit hij per decreet jonge mannen van rijke ouders in de gelegenheid te stellen zich bij zijn leger te voegen. Formeel vrijwillig, in de praktijk gedwongen. Tot nog toe waren deze gegoede burgers, grondbezitters en vermogende handelaren, kortom de bestuur lijke en sociaal-economische elite, buiten schot gebleven: bij conscripties was het altijd mogelijk geweest vrijwillige vervangers tegen betalingen, de befaamde rem- pla^anten, te sturen. Aanvankelijk lijkt dat nog zo, maar uiteindelijk moeten ook de families van stand in het Département de l'Escaut (dat wat Zeeuws-Vlaanderen betreft onder Gent viel) en het Département des Bonches de l'Escaut (voor de rest van het huidige Zeeland) hun zonen afstaan. In de praktijk treden zij toe tot de garde d'honneur - een verhaal apart, dat zijdelings ook relevant is voor de uitzen ding van Bonifacius de Jonge uit Zierikzee, reden waarom het hier aangestipt wordt. Kennelijk moet Napoleon ook voor een adequate service de santé een beroep doen op jonge afgestudeerde medici in zijn departementen. De Jonge vertelt in het begin van zijn journaal het volgende:

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 111