134 DAGBOEK Heenreis Bonifacius de Jonge reist van Zierikzee met zijn vader over Stavenisse op Tholen naar Antwerpen. In Antwerpen neemt Bonifatius afscheid van zijn vader die terug keert naar huis. Vervolgens gaat de reis van de jonge dokter over Mechelen, Leuven en Luik naar Aken. Daarna reist hij via Keulen langs de Rijn over Bonn naar Koblenz om daarna over Remagen en Andernach naar Mainz te gaan waar hij zich bij de divisiecommandant moet melden om zijn nadere bestemming te vernemen. Na enkele dagen vertrekt hij naar Frankfurt a/M. Vervolgens neemt hij een rela tief noord-oostelijke richting: niet via Beieren maar door Hessen en Thiiringen gaat hij naar Saksen. Zo komt hij in Fulda en Gotha. De Jonge noteert zijn door reis door Kassei, zo goed als zeker niet de stad maar het gebied. Aldus zal hij niet geweest zijn in de stad die van 1807 tot 1813 de residentie was van Napoleons broer, Jéröme Napoleon. Van Gotha reist De Jonge over Erfurt, Weimar, Jena en Gera naar Dresden. In Leipzig is hij niet geweest. Via de route ten zuiden van Dresden komt hij dwars door het gebied waar Napoleon van mei tot oktober slag levert met de Pruisen, de Russen en de Oostenrijkers, de geallieerden. Hij passeert werkelijk het slagveld waar enkele weken eerder, respectievelijk op 2 en 20 mei 1813, de fameuze slagen bij Lützen en Bautzen (ten zuidwesten van Leipzig) plaats hebben gehad. En De Jonges dagboek kent hier de geur van bloed, het mededogen met de slachtoffers en hij is zich bewust van het kwaad in de mens. Uiteindelijk is niet Dresden zijn eindbestemming, hij moet nog oostelijker: naar Silezië. Met een detailkaart van het gebied is zijn reis vrij precies te volgen, al zijn er wel eens dorpen en vlekken die niet te vinden zijn. Zo komt hij te Görlitz aan de Duitse kant van de Oder en het tegenwoordige Zgorzelec aan de Poolse kant. Een van de problemen om zijn reis in Silezië goed te volgen is het feit dat deze streek in de twintigste eeuw in het grensgebied van Duitsland, Polen en Tsjechië ligt: de meeste stadjes en dorpen hebben hun Duitse naam verloren. In feite biedt een negentiende-eeuwse kaart van Silezië hier het meeste soelaas, maar een 'omre- kentabel' voor Duitse en Poolse plaatsnamen is onmisbaar om De Jonges reizen en trekken te volgen.45 In Glogan De Jonge verblijft als medicus enige tijd in Görlitz, maar is in feite nog immer in afwachting om naar het hoofdkwartier van Napoleon gestuurd te worden. Na ver loop van tijd wordt hij naar Glogau gestuurd, het huidige Poolse Glogow, om in deze Silezische vestingstad chef van het militaire hospitaal te worden. Hij is hier gebleven tot de terugreis in mei 1814. In zijn dagboek geeft hij een aanwijzing in welke gebouwen hij in Glogau heeft gewerkt: Eene roomsche Kerk, drie Kloosterkerken, een roomsch Gijmnasium, eene groote luthersche Kerk, een groote gereformeerde, een nieuwe schoone garnizoen-kerk een jooden Hoofd synagoge zijn de publieke gebouwden der stad. De drie Kloosterkerken zijn thans magazijnen, ook de garnizoenskerk, het roomsch gijmna sium is een Hospitaal, in een andere Kerk heeft men korenmolens geboud. De luthersche Kerk is ook Hospitaal, de gereformeerde eene caserne, waartoe ook de schoonste beste huizen ten getale van 68 genomen zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 136