136 DAGBOEK armen en benen. Daarom werd er snel geamputeerd, ook om infecties te voorko men. Het ging bij de meeste dokters snel en efficient. EIting merkt op dat voor een goede amputatie drie minuten voldoende was: snelle pijn is korte pijn. Onder medici en hoofdofficieren was er vaak een verschil van mening wie het eerst geholpen moest worden. De inspecteur-generaal van de gezondheidsdienst, Larrey, meende dat degene die het zwaarst gewond was het eerst behandeld moest wor den. Maar officieren te velde wilden hun lichtgewonden zo snel mogelijk terug aan het front. Terugreis Begin mei 1814 mag De Jonge naar huis. Hij reist nu met de postwagen die van Breslau (nu Wroclaw) via Frankfurt aan de Oder naar Berlijn gaat. Dat betekent dat hij van Glogau via Neusalz naar Grünberg (thans Zielona Gora) reist om daar op die postwagen te wachten. In Berlijn verblijft hij enige tijd, ontmoet er de Nederlandse officier Willem Bake die als officier in de Grande Armée tijdens de Russische veldtocht gevangen geno men is en nu na twee jaar ook naar huis mag. In Berlijn kopen Bake en De Jonge samen een rijtuig dat ze op de grote Heimreise van wisselpaarden voorzien. Ze nemen een betrekkelijk noordelijke route. De belangrijke eerste stop is Potsdam, waar ze uitgebreid het kasteel Sans Souci bezoe ken. Dan gaat het naar Brandenburg, om vervolgens via Genthin, Tangermünde naar Maagdeburg en Helmstedt te rijden. Vervolgens reizen ze met hun rijtuig ongeveer zoals de trein van Berlijn naar Utrecht rijdt: Brunswijk, Peine, Hannover, Minden, Osnabrück, Rheine. Dan kijken ze nog rond in Bentheim en gaan bij Oldenzaal de grens over, waar ze voor het eerst weer 'Hollands' horen spreken. Vervolgens reizen ze naar Zutphen. Daar wachten vrouw en kinderen en verdere familie van reisgenoot Bake. Zij zullen vervolgens met de gekochte koets naar Amsterdam zijn gegaan."10 Bonifacius de Jonge is genoodzaakt daar nog een paar dagen te verblijven, wijl de postwagen niet voor Donderdag naar Utrecht ver trok. Junij Den 2den vertrok ik met de ordinaire postwagen naar Utrecht ging met de nagt-schuit naar Leiden den 3den van daar naar den Haag, waar ik voor 8 uuren arriveerden, fk mijne broe ders, zuster verdere Familie in gezondheid aantrof welke zich niet minder dan ik, over mijn arrivement verheugden. Ik verbleef alhier tot woensdag den 8sten vertrok nu over Delft, Maasland-Sluis, het Eiland Rozenburg, den Briel, Helvoet-Sluis, Middelharnas, Sommelsdijk, Dirksland, Herkingen, naar Bruinisse, alwaar ik mijnen Broeder Karei zijne vrouw aantrof. Terstond reden wij naar Zierikzee dus werd ik na eene afwezigheid van meer dan dertien maanden aan mijne ouders vrienden wedergegeven. Bijvoegsels Bij het dagboek van De Jonge zijn ettelijke, genummerde bijlagen gebonden, door hem 'bijvoegsels' genoemd. De eerste is een gekleurde tekening, een karikatuur van zijn chef in Glogau. De naam van hem, die slechts een keer in zijn dagboek voorkomt, zou daar niet te ontcijferen zijn geweest, als we deze karikatuur met bovenschrift niet zouden hebben: Mr. Richelmi. Ook de andere bijlagen zijn inte-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2007 | | pagina 138